De
vzw Warm Hart wil iets doen aan de
oorzaken van armoede. Het begint al met de kleine kinderen op school. Kinderen die moeite hebben om op school te volgen lopen een groot risico om later in de armoede terecht te komen. Wie tegenwoordig geen diploma behaalt, mag het vergeten op de arbeidsmarkt.
Daarom startte Warm Hart met een
huiswerkklas. Elke donderdagavond krijgen kinderen er extra ondersteuning. Op de laatste avond voor het verlof gingen we er een kijkje nemen. Initiatiefneemster Liane Surinx van Warm Hart: “Kinderen die moeilijkheden hebben op school, krijgen hier extra uitleg zodat ze weer kunnen bijbenen. Het zijn allemaal kinderen van allochtone ouders, die thuis omwille van het taalprobleem hun kinderen niet kunnen helpen.”
Aan de computer treffen we Ahmet en Umaima, twee heel gemotiveerde leerlingen van De Schakel. Amaima: “Morgen heb ik spreekbeurt. Ik mag het hier al eens uitproberen bij de juffrouw. Thuis kan ik dat niet. Mijn papa heeft wel Nederlandse les gevolgd, maar kan het nog niet goed spreken. Hij moest stoppen met les volgen omdat hij werk heeft. Ik vind het spijtig dat het volgende week de laatste keer huiswerkklas is, dan begint de vakantie. Spijtig.”
Ahmet: “Ik kan hier beter leren dan thuis. Wat ik moeilijk vind, legt de juf nog eens uit. Mijn mama en papa kunnen dat niet.”
Heel bijzonder aan dit initiatief is dat ook 5 leerlingen van het Inspiro-college en 3 van het college van Don Bosco in Hechtel hier aan meewerken. Emely Moscatiello is één van hen. Met de fiets komt ze elke week van Helchteren. Vandaag trotseerde ze zelfs een regenbui. Ook al heeft ze morgen zelf examen, Emely wil de kinderen haar hulp hierdoor niet ontzeggen. “Ik zit in het 5de jaar Sociaal Technisch in het Inspiro-college. Via de vastenactie leerde ik Warm Hart kennen. Toen de vraag kwam om mee te werken aan dit project, heb ik meteen ja gezegd. De kinderen werken heel goed mee. Het is een plezier hen te zien evolueren. Als hun resultaten beter worden, voel ik mij gelukkig.”
Er is ondertussen een goede samenwerking ontstaan met de zorgcoördinator van de school, die aanduidt welke kinderen hulp nodig hebben. Het schoolopbouwwerk gaat dan op huisbezoek om de ouders te overtuigen. De klasjuf schrijft in een zogenaamd heen-en-weerschriftje waar ze in de huiswerkklas op moeten oefenen. “Deze samenwerking is heel belangrijk,” horen we.
Ook juffrouw Myriam is laaiend enthousiast: “Ik zie duidelijk vooruitgang. Ook de leerhouding is geëvolueerd bij de kinderen. Ik ben heel erg benieuwd naar hun rapport. Vanaf september vervroegen we het een uur, dan is het elke donderdag van 18:00 tot 19:15u. Zo kunnen de kinderen op tijd naar bed. Ik hoop ze na het verlof allemaal terug te zien. We mikken op een totaal van 15 kinderen. Meer kunnen we niet aan.”
(Tekst en foto Jef Lingier)