“Soooweeej. Wat is het hier mooi,” hoor ik een wat oudere dame zeggen tegen haar man. Een grote zonnebril verhult maar nauwelijks haar bewonderende blik, terwijl ze staart naar de duizenden klaprozen en korenbloemen in het veld. Haar echtgenoot, die iets minder vlot ter been is, neemt haar zachtjes bij de arm, alsof ze zo dichtbij elkaar nog intenser kunnen genieten van het uitzicht.
“U kunt er ook doorheen lopen via het pad,” zeg ik. Ze kijken elkaar aan en schieten in de lach. “Dat lijkt me niet zo’n goed idee,” legt de man uit. We zijn net even bij de Achelse Kluis geweest en die trappist komt harder aan dan gedacht, toch, Rie?” Hij spreekt met een harde G, ik gok dat ze uit de buurt van Rotterdam komen. “Ik had niet verwacht dat het hier zo mooi zou wezen. En ‘zukke’ vriendelijke mensen ook.” Ik glimlach en denk “ja, da’s waar.”
Ik verbaas me soms dat het niet vanzelfsprekend is om zomaar een wildvreemde goeiemorgen te wensen of je hand op te steken als iemand je voor laat. Dat dat hier heel normaal is, is dan weer iets wat onze toeristen opvalt. We raken aan de praat, met onze fietsen nog in de hand. Ze hebben net het inspiratiepunt De Groote Heide bezocht, vertellen ze. Nu gaan ze de lokale brouwerijen bezoeken. “Maar ik weet niet of we ver komen,” lacht de man, “want van bier kennen ze d’r wat van hiero. Soooweej.”
De vrouw giechelt als een klein meisje en onhandig probeert ze op haar fiets te stappen, “Kom op, Hen, we motte nog een heel eind.” Ik kijk ze na. De eerste paar meter wankelen ze maar dan zie ik een joviale hand en een luide “Doehoeeg”. In de verte hoor ik ze nog schaterlachen.
Ik hoop dat ze veilig op hun bestemming zijn aangekomen en nog veel moois hebben ontdekt ‘hiero’. Dat ze bij thuiskomst tegen hun vrienden vertellen over die leuke
Bellechies en al het moois en liefs en lekkers dat we hier maar heel normaal vinden.
Af en toe zou je je eigen omgeving eens door de ogen van een toerist moeten bekijken, herontdekken op wat een prachtige plek we zijn terechtgekomen en net als Rie en Hen denken….Sooooweeej!
Claudia Nieuwenhuizen