Elke maand licht het Gallo-Romeins Museum van Tongeren een bijzonder object uit zijn collectie toe. Topstuk van de maand maart is deze polijststeen met een groef.
Bij opgravingen op de grens van Neerharen en Rekem ontdekten archeologen een grote prehistorische kampplaats. Ze vonden er deze ‘pijlschachtgladder’ of polijststeen, die voor onze streken uniek is. Hij dateert uit de periode van de Federmesser-mensen, die hier zowat 13.700 tot 12.800 jaar geleden leefden. Zij jaagden met pijl en boog, wat nieuw was. "Federmesser" verwijst naar het meest kenmerkende werktuig uit de cultuur van deze jagers: een spits met een afgestompte boord die op het lemmet van een pennenmes lijkt.
In de lengterichting van de zandsteen op de foto loopt een groef van ongeveer één centimeter breed. Trokken de gebruikers hun pijlschachten tussen twee zulke stenen heen en weer om ze glad te maken? Of werden ze gebruikt om kralen van been te schuren? Door het schuren van een serie kralen over een stokje kregen die kralen dezelfde diameter door ze in de groef te polijsten. Dergelijke kralen zijn nog niet teruggevonden.