Wanneer is iets kunst? Zijn de gebrandschilderde ramen van Gust Ladon in de St.-Pietersbandenkerk kunst? Wie zich de moeite getroost om er eens aandachtig naar te kijken, is terecht geneigd dat aan te nemen.
Maken we kunst mee als een pirouetterende Wim Van Lessen met bovenaardse sierlijkheid een schijnbaar gewichtloze ballerina de hoogte in tilt op een balletpodium? Ik dacht van wel!
Voor- en tegenstanders van ‘De Soeverein’ zullen erkennen dat het gebouw een prachtige creatie is van moderne architectuur.
Zien we kunst, als super-aansteller Jan Fabre danst, terwijl hij van panische angst krijsende katten in het ijle laat gooien en op de stadhuistrappen neerkwakken? Sta me toe dat enigszins te betwijfelen.
Als een Lommelse toneelvereniging ‘De Broek van Kanniepoepski” op de planken brengt, behoort die prestatie dan tot de podiumkunsten? Maakt de vergulde krul op het Cultuurcentrum De Adelberg deel uit van ons esthetisch erfgoed? En wat met de ‘wandelaar-met-het-verkeerde-hoofd’ van Henk Visch in het Burgemeesterpark of de ‘kroon-in-boom’ van Tim Ulrichs op het Kerkplein?
Een gebruiksklare definitie van het begrip kunst geven, is geen sinecure!
En eigenlijk zal het me ook worst wezen. Maar de wereld mag weten dat een aantal mensen, die zich voor zover ik weet nog nooit met de ‘noble arts’ ingelaten hebben, al ruim een jaar vlijtig aan het repeteren zijn om in maart 2013 een relatiekomedie op te voeren. De leden van de cast zijn stuk voor stuk actief in de horecasector (en/of klanten van De Kroon). Zij willen spelen op een ogenblik dat zij zich ook eens een keer vrij kunnen maken: een maandag en een dinsdag dus.
De rolbezetting? Een friturist, een hulpkok, een bedrijfsleider, een taallerares, een dierenarts en een muziekdocente: op één na allemaal toneeldebutanten.
Voor de regie slooft uw dienaar zich uit.
U hoort er nog van.