In de nacht van 29 op 30 oktober werden
932 personen geteld die dak- of thuisloos zijn en in de provincie Limburg verblijven. Er werden ook 285 minderjarige kinderen geteld die dezelfde precaire verblijfplaats hebben als hun ouder(s). In totaal werden er toen dus
1.217 dak- of thuisloze volwassenen en kinderen in Limburg geteld. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting waarvan de resultaten vandaag zijn bekendgemaakt. De dak- en thuislozen verbleven het vaakst bij familie en vrienden (34,5 procent), in opvang en tijdelijk verblijf (21,1 procent) of in een instelling (17 procent).