De
Limburgse vervoerregioraad keurde vandaag de verdere concretisering van het
Vervoer op maat unaniem goed. Daarmee werd een belangrijke stap gezet om het nieuwe OV-systeem vanaf 1 januari 2022 te operationaliseren.
Limburg wordt om praktische redenen ingedeeld in 6
flexregio’s. In deze regio’s wordt het flexvervoer georganiseerd. Het flexvervoer dient om Limburgers die in de spreekwoordelijke witte vlekken wonen snel, comfortabel en flexibel te vervoeren naar overstaphaltes, zodat ze daar kunnen overstappen op een snellere kernnet- of aanvullende lijn richting hun eindbestemming.
Het flexvervoer stopt uiteraard niet aan de grenzen van de regio’s. "De indeling is van praktische aard. Het is perfect mogelijk om met de flexbus van de ene deelregio naar de andere te reizen als dit niet mogelijk is via het kernnet of aanvullend net, of als de omrijfactor te groot is. Daarnaast kijken we ook over de grenzen van de vervoerregio en zullen we deze service ook aanbieden tot maximaal 10 kilometer buiten de grenzen van de vervoerregio. Dit geldt voor zowel de Vervoerregio’s Kempen en Leuven als voor het Waalse gewest en Nederland”, zegt Sven Lieten, co-voorzitter van de vervoerregio.
Bij de goedkeuring van het OV-plan in oktober 2020 werd er per gemeente minstens 1 lokaal
mobipunt vastgelegd. Tijdens de bilaterale overlegmomenten werd met iedere gemeente gekeken naar de noodzaak om bijkomende lokale
hoppinpunten vast te leggen. In deze lokale hoppinpunten willen gemeenten samen met De Lijn, de Vlaamse overheid en de provincie verder investeren in goede overstapfaciliteiten, zoals halte-accommodatie, fietsenstallingen, informatieborden,...
“Voor de verdere uitbouw van de lokale hoppinpunten heeft de Vlaamse regering een subsidiebesluit goedgekeurd. De lokale overheden kunnen voor de uitbouw van deze cruciale overstappunten een subsidie van maximaal 50.000 euro krijgen”, vult Lydia Peeters, Vlaams minister bevoegd voor Mobiliteit, aan.
Daarnaast worden er in 17 Hoppinpunten in 17 gemeenten een back-to-one deelfietsensysteem in de nabije toekomst geïnstalleerd. De locaties werden gekozen op basis van het potentieel. na evaluatie kunnen er bijkomende locaties worden toegevoegd.