42% van de bevolking van 18 jaar en ouder van het Vlaamse Gewest gaf in het voorjaar van 2025 aan minstens maandelijks informele zorg te verlenen. Het gaat om hulp of zorg voor een ziek, gehandicapt of bejaard familielid, kennis of buur. In vergelijking met het voorjaar van 2021 is het aandeel van de bevolking dat minstens maandelijks informele zorg biedt toegenomen: van 34% in 2021 tot 42% in 2025.
De oudere leeftijdsgroepen geven vaker minstens maandelijks informele zorg dan de jongere leeftijdsgroepen. Personen die minstens maandelijks informele zorg verlenen deden dat in 2025 het vaakst voor een ouder (29%) of voor de partner (18%). Bijna 10% gaf het vaakst informele zorg aan een grootouder of (schoon)kind. 5% verleende het vaakst informele zorg aan (schoon)zus of (schoon)broer, buur, schoonouder en een vriend of een vriendin.