Het is maar dat je 't weet
Het percentage huishoudens met toegang tot internet is verder gestegen tot 94% in 2022. In 2017 was dit 86% en in 2012 nog maar 78%. Huishoudens met schoolgaande kinderen hebben vrijwel allemaal toegang tot internet in vergelijking met 93% van de huishoudens zonder kinderen. Gemiddeld heeft een huishouden 5 apparaten of systemen in huis om online te gaan. Huishoudens met schoolgaande kinderen hebben gemiddeld 7,5 apparaten of systemen tegenover 4,3 bij huishoudens zonder kinderen. Het internetgebruik door de Belgen van 16-74 jaar bleef de laatste 3 maanden stijgen tot 94% in 2022. In 2017 was het 88% en in 2012 slechts 81%. Zowel mensen met een ernstig langdurig gezondheidsprobleem als laagopgeleide vrouwen scoren minder goed, van hen gebruikte in 2022 slechts 80% de afgelopen drie maanden internet. In 2022 heeft slechts 4% van de Belgen tussen 16 en 74 jaar nog nooit internet gebruikt. In 2017 was dat 10% en in 2012 13%. Toch heeft 15% van de mensen met een ernstig langdurig gezondheidsprobleem en 13% van de laagopgeleide vrouwen in 2022 nog nooit internet gebruikt. Het aantal Belgen van 16-74 jaar dat telefoneerde via internet, met of zonder video, steeg van 58% in 2019 naar 75% in 2022. Instant messaging (Skype, Messenger, Whatsapp, Viber, Snapchat) steeg van 58% in 2019 naar 69% in 2022. Ook het volgen van een online cursus steeg van 9% naar 21% in de COVID-19-periode. 64% van de Belgen tussen 16 en 74 jaar heeft officiële documenten geprint of gedownload en 55% heeft officiële documenten of berichten ontvangen via een eigen account (eBox). 32% maakte online een reservering of afspraak bij een overheidsorganisatie. Bij laagopgeleide vrouwen en mensen met ernstige langdurige gezondheidsproblemen liggen deze percentages veel lager. Slechts 6% van degenen die de afgelopen 12 maanden internetten, diende een papieren belastingaangifte in. (Statbel)