Gisterenavond verweet een vriend me voorzichtig dat ik niet ‘woke’ was. Ik ben meteen in het defensief gegaan met mijn uitleg – ik blijf een taalleraar en het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan – dat het woord
woke, op die manier gebruikt, om te beginnen al fout is. Het is namelijk gewoon de onvoltooid verleden tijd van het Engelse werkwoord
to wake (up). En een verleden tijd kun je niet als bijvoeglijk naamwoord gebruiken. Ook niet in het Engels. Maar dat leek weinig indruk op hem te maken. Op mijn vraag wat je dan wel moest doen en wat voor ideeën je verondersteld werd te koesteren als je wel ‘woke’ wou zijn, kwam hij niet verder dan dat je zeker geen racist mocht zijn en moest ijveren vóór gelijkberechtiging van vrouwen.
Welnu, vond ik, dan ben ik vast en zeker wél woke! Ik tel namelijk minstens één gezin zwarte medemensen tot mijn vriendenkring. En nu ik eraan denk, ook zeker één Vietnamees. Bovendien koester ik nogal wat vriendschappen met en respect voor een heleboel vrouwen. Trouwens, ik wil aan iedereen die het vernemen wil, laten weten dat ik het gebrek aan gelijke rechten voor vrouwen bij een overgroot deel van de moslims, verafschuw en verbaal bekamp wanneer en waar de gelegenheid daartoe zich voordoet.
'Aha”, zei mijn vriend weer, “maar dan ben je weer juist niet ‘woke’. Want dat hoort bij hun geloof en ook als jij dat niet deelt, hoor je daar respect voor op te brengen. Bovendien heb ik er je op betrapt dat je in ons gesprek daarnet twee keer het woord ‘neger’ gebruikt hebt. En gisteren heb je me nog verteld dat je je protesterende prostaat echt liever niet door een vrouwelijke dokter wil laten onderzoeken. Hoe rijm je dat tesamen met je feministische standpunten?”
Ik geef het toe. Ik zit hier aan mijn computerklavier te vloeken met mijn mond vol tanden. Ik weet het niet meer. In de ogen van de meeste van mijn kennissen ben ik dus misschien wel een ongelooflijke ‘unwoke’ racistische vrouwenhater. En op mijn leeftijd verander je je denkwijze niet zo makkelijk meer.
Toch een vraag: wij maken deel uit van een maatschappij die historisch gegroeid is op de christelijke waarden. Het overgrote deel van ons is opgegroeid met en doordrongen van de regels van het christendom en/of zijn instellingen. Het feit dat je intussen wellicht die regels over boord gegooid hebt, verandert niets ter zake. Nu wordt op de Vlaamse radio en TV elk jaar het begin en einde van de ramadan aangekondigd. Oké. Niks op tegen. Maar drie dagen geleden was het Aswoensdag en begon de christelijke vasten. Hebben jullie de aankondiging van die op onze cultuur geënte boeteperiode op onze media gehoord? Ik niet.
Ik weet het allemaal niet zo goed meer. Voor me staat een kartonnen doosje met daarin
negertetten! Even maakt substantiële twijfel zich van me meester. Maar ik ga er toch eentje van verorberen. Minstens één.
Chel DRIESEN