Het
madeliefje (Bellis perennis) kan tot 15 cm hoog worden. Er zijn twee hypothesen over de herkomst van de Nederlandse naam 'madeliefje'. De eerste is een samentrekking van het woord '
made', wat weide of hooiveld betekent (vgl. ook 'maaien'), en het woord '
lief', omdat men de bloem waarschijnlijk graag zag in het gras. De tweede hypothese geeft aan dat het woord mogelijk afkomstig is van
maagde-lief, omdat het bloempje in verband gebracht werd met de maagd Maria.
Ook interessant is de symboliek die rond het madeliefje hangt. Het bloempje geldt als symbool van de godin Isjtar en komt als zodanig veelvuldig voor op de Isjtarpoort, een oude stadspoort van Babylon uit 575 v.Chr.. In Keltische sagen wordt de bloem de magische eigenschap toegedicht dat ze het groeiproces kan stilleggen. De fee Milka zou de zoon van de koning stiekem madeliefjes te eten hebben gegeven, waardoor hij nooit volwassen zou worden. In de christelijke traditie geldt het madeliefje als symbool voor maagdelijkheid, daarmee samenhangend voor Maria. De bloem werd ook bekend doordat zij werd opgenomen in het wapen van Lodewijk IX van Frankrijk, tezamen met de lelie.
(Bron: Wikipedia)