De Boerenbond kan zich niet vinden in het voorstel van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) voor het vogelrichtlijngebied in de regio Peer. "Wetenschappelijk niet genoeg onderbouwd, onduidelijk over de gevolgen van de maatregelen, en vooral, het zal ten koste gaan van landbouwgrond," zo luidt het verdict. Nog voor de zomer moet de Vlaamse regering de knoop doorhakken.
In het kader van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) werkte het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een voorstel uit voor het vogelrichtlijngebied in de regio Peer. Daarin staat onder meer dat er binnen het beschermde gebied moet gestreefd worden naar één broedpaar van de grauwe kiekendief, de uitbreiding van de populatie van de knoflookpad en het herstel van de hydrologie in het brongebied van de Dommel en de Bolisserbeek door vernatting van de omliggende gronden.
Al deze voorstellen zijn volgens Boerenbond iets te veel van het goede en vragen te veel toegevingen van de landbouwers. Die zijn in de regio overigens goed vertegenwoordigd: het vogelrichtlijngebied beslaat een totale oppervlakte van 9.862 hectare, waarvan 70 procent een agrarische bestemming heeft. In de streek zijn ongeveer 660 land- en tuinbouwers geregistreerd. Het gebied omvat de gemeenten Peer, Meeuwen-Gruitrode, Hechtel-Eksel, Bocholt en Neerpelt.
Volgens de Boerenbond zijn de voorstellen wetenschappelijk onvoldoende onderbouwd en is het niet duidelijk wat de precieze gevolgen van de maatregelen voor de landbouwers zullen zijn. De Boerenbond beschuldigt ANB er ook van “gemaakte afspraken niet na te komen”. Verder betreurt de organisatie dat de “vrij goede samenwerking” van de voorbije jaren tussen de natuurbeweging en de lokale boeren op de helling wordt gezet door het voorstel om landbouwgrond in te nemen.
De opmerkingen van de Boerenbond zijn overgemaakt aan de betrokken gemeenten en de bevoegde politieke instanties. Het is uiteindelijk de Vlaamse regering die voor de zomer zal beslissen over de goedkeuring van de rapporten voor alle gebieden. (Bron: VILT.be)