In de
Eerstelijnszone Noord-Limburg (ELZ) evolueren de globale cijfers inzake de coronabesmettingen
iets minder goed en blijven ze
globaal iets hoger dan de omliggende Vlaamse gemeenten. Over de grens blijft het virus echter nog intenser circuleren. Dat blijkt uit een onderzoek naar de cijfers in de week van 10 tot 17 januari.
In onze ELZ stijgt de incidentie met 16% naar 139/100.000 inwoners per week (met ook een stijging in het gemiddelde percentage positieve tests naar 7,2% op 17/1/21). De hoogste incidentie wordt nu gemeten in
Pelt, alhoewel de waarden zeer dicht bij elkaar liggen; slechts één van de zes gemeenten toont een dalende trend (
Bocholt). Globaal zitten we dus nog boven de grenzen waar een versoepeling van de maatregelen mogelijk zou zijn - indien we dit bovendien minstens drie weken zouden volhouden. Versoepeling zit er dus niet in voor de komende maand.
In de
aangrenzende Nederlandse gemeenten zien we dat de incidentie globaal slechts beperkt daalt (-6%), en duidelijk veel hoger blijft dan bij ons: gemiddeld 439/100.000 inwoners per week ofwel nog driemaal hoger dan in onze ELZ. De hoogste incidentie is gemeld in Nederweert (699/100.000); ze is terug licht stijgende in Weert naar 515/100.000 inwoners, blijft hoog in Cranendonck (415/100.000). De incidentie daalde deze week in Valkenswaard, Bergeijk en Heeze-Leende.
In alle grensgemeenten ligt ze echter hoger dan in onze ELZ-gemeenten. Globaal blijft het virus dus nog te veel circuleren en is er nog geen versoepeling van de maatregelen in het zicht in de maand februari. Ook blijft de incidentie in de grensgemeenten in Nederland ongeveer driemaal hoger dan in onze regio en lijkt ze daar onvoldoende verder te dalen...
Grensoverschrijdende contacten blijven best beperkt. Strikte toepassing van de persoonlijk veiligheidsmaatregelen en de federale quarantaine maatregelen blijft absoluut aangewezen: afstand houden, geen onnodige verplaatsingen doen, vaak handen wassen, mondkapje dragen,...