Je komt ze dezer dagen bijna overal tegen:
wantsen. Ze dringen je huis binnen via spleten en kieren, ze zetten zich tegen horren, ze vliegen in je gezicht tijdens het fietsen... En als je ze vastpakt scheiden ze een stof af die naar goedkoop snoep ruikt.
Eén van de meest voorkomende wantsen dit najaar is de
Grauwe schildwants (Rhaphigaster nebulosa), ook gekend als de grauwe veldwants. Deze soort
(foto hierboven) is al geruime tijd aan een opmars bezig, zeggen ze bij Natuurpunt. In 1989 werd ze, na een afwezigheid van 83 jaar, voor het eerst weer in ons land opgemerkt. Maar de grauwe schildwants bleef nog lang een zeldzaamheid. Pas de voorbije tien jaar nam ze beduidend toe en sinds vorig jaar lijkt ze bezig aan haar grote doorbraak. Inmiddels is de soort vrij algemeen en komt ze in heel Vlaanderen voor.
De grauwe schildwants is een weinig kieskeurige soort. Ze komt ondermeer in tuinen voor en leeft op allerlei loofbomen en struiken. Ze kan zich zowel met plantensappen als met kleinere insecten voeden. Schildwantsen overwinteren in het volwassen stadium. Omdat de grauwe schildwants een warmteminnende soort is, zoekt ze daarom beschutte plekjes op. Dat kunnen kieren en spleten in buitenmuren zijn (liefst begroeid met wingerd of klimop), maar soms durven de wantsen zich ook binnenshuis wagen. Vind je binnen een schildwants, zet deze dan gewoon buiten. Zowel voor mensen als voor de natuur is het een onschadelijk beestje.
Dan is er de
Bladpootrandwants (foto onder). Rond de eeuwwisseling werd deze Amerikaanse wants voor het eerst in Europa opgemerkt en vanaf 2007 komt ze ook in België voor. De voorbije tien jaar kende de bladpootrandwants (Leptoglossus occidentalis) een spectaculaire toename in ons land. De soort is gebonden aan naaldbomen en kan bij dennen een verminderde zaadproductie veroorzaken. Echt schadelijk lijkt ze voorlopig niet te zijn. De bladpootrandwants overwintert graag binnenshuis en kan daar overlast veroorzaken. De geur van wantsen is niet aangenaam en met hun 20mm zijn het joekels met een lage aaibaarheidsfactor. Vooral als ze in hoog aantal binnen komen overwinteren, is dat niet aangenaam.
(Foto's Frido Van Hertum)