Vorige week werd in de dekenij van Pelt een 'Kosterontmoeting' gehouden. De naam ‘koster’ komt van het Latijnse woord ‘sacrista’. En of het nu een man of een vrouw is, de koster werkt in de kerk. De koster is de bewaarder van het kerkgebouw, en heeft verschillende taken. Eveline Lemmens licht de taken van de koster toe:
Alles omtrent de erediensten wordt door de koster voorzien zodat de viering zelf sereen kan verlopen en iedereen de dienst kan meevieren. De kaarsen, de verlichting, de klokken luiden (dit gebeurt automatisch) zijn dingen waar niemand op let, maar die toch in orde moeten zijn.
De koster heeft zijn taken in dienst van de kerk, gaande van de micro die kraakt of uitvalt, het ziek worden van een aanwezige in de kerk, of het flauwvallen van iemand, een acoliet die de draad kwijt is. De koster weet hoe hij deze voorvallen kan helpen of oplossen.
De koster weet alles netjes te houden: het kerkgebouw ontdoen van spinnenwebben, het piepen van een deur verhelpen, de plasjes van paraplus droogmaken.
De koster staat ook in contact met anderen in de kerk: trouwers, de poetsploeg, het koor, bestellingen maken en afhandelen, kaarsen vervangen, de miswijn aanvullen, kortom, de koster houdt alles in het oog.
Hij/zij moet goed overeenkomen met de soms verschillende voorgangers, want een samenwerking steunt op goed overleg. Sociaal vaardig zijn is een eerste vereiste. De koster is een heel sociaal persoon: de omgang met de organisten, de koren, en vele anderen moet gebeuren. Hij/zij staat steeds open voor overleg.
De koster zorgt voor de opening van de kerk, de verwarming. Hij beschikt over vaardigheden om dit alles aandachtig en bekwaam uit te voeren.
Een koster heeft een sterke affiniteit met het geloof en voor de kerk waarin hij werkt, voor de parochie waar hij woont. Een koster moet soepel kunnen omgaan met onvoorziene omstandigheden zoals de plotse afwezigheid van een voorganger of een lector, een ‘plotse’ begrafenis.
Zo was er ooit een koster die niet alleen goed luisterde naar de preek van ‘zijne pastoor’ over het delen van 5 broden aan 5000 mensen. Maar de pastoor vergiste zich. Hij sprak telkens over 5000 broden te verdelen aan 5 mensen. De koster riep naar de pastoor: dat kan ik ook! Na de afloop van de mis zei de koster tegen de pastoor dat hij zich toch wel vergist had: het zijn 5 broden aan 5000 mensen en niet omgekeerd. Ach, zei toen de pastoor, ik zal me komende zondag verontschuldigen bij de mensen. En die volgende zondag verontschuldigde de pastoor zich inderdaad na zijn preek. Hij zei: beste mensen, jullie weten wel dat het ging om 5 broden en 5000 mensen, en niet omgekeerd zoals ik zei vorige week. En hij draaide zich om naar zijn koster en zei: koster, dat kun je niet, he? Roept de koster terug: o jawel, met de rest van de vorige week wel!
Het werk van een koster is heel belangrijk. Niet omdat het altijd zo gedaan werd, maar om de voorganger én de mensen het gemakkelijk te maken! Een koster moet wel erg flexibel zijn, en een goed luisterend oor hebben. Zeker als er na een uitvaart rouwenden zijn die nog vragen hebben en een beetje goede raad kunnen gebruiken tijdens hun groot verdriet.
Een koster zou over tonnen empathie én een blijvende vriendelijkheid moeten beschikken. Maar dit alles kan enkel als ook de partner achter de koster staat, dit is een pluspunt. En met z’n twee werken in een kerk is nog beter, mits wel een goede communicatie. Hij moet ook zichtbaar in de kerk aanwezig zijn, voor alles en nog wat, want zo’n koster is een zegen voor iedereen in de kerk! Het allerbelangrijkste is het geloof van een koster: het is een eer om thuis te zijn in het huis van de Heer. Een koster mag zorg dragen voor het goed van de Heer, en er zelf ook nog vreugde aan beleven. Een koster doet zijn ambt in de Geest van het geloof, uit dienstbaarheid voor zijn naasten. Het is een erg eervolle opdracht, een uitverkoren iemand, die koster! Respect!!
Eveline Lemmens