De komst in 1892 van
de zinkfabriek naar Budel was goed voor de werkgelegenheid. In die tijd ging men veel in “Pruisen” werken, onder andere in de bouw. De arbeiders konden nu te voet naar het werk. Veel kleine boertjes en boerenzoons zochten hun heil bij de fabriek. Vooral het werk aan de ovens was in trek.
Een lichting
(charge) duurde zo’n zes uur en dan kon je weer naar huis. De vrije tijd besteedde je dan op de boerderij of anders. Je ging bijvoorbeeld een potje smokkelen.
Een van de mannen die in de gloeiende hitte aan de ovens werkten heeft er in een interview op 9 januari 2014 over verteld:
“Ik stond elke morgen om vijf uur op. Er werden drie rauwe eieren geklopt en opgedronken. Ik fietste vanuit Soerendonk naar de Zink. We werkten 6 uur aan de oven. Het was er heel warm dus we moesten veel drinken. We kregen zouttabletten en tussendoor aten we en dronken veel melk. We droegen klompen, een leren voorschoot, een hoed en rond de nek een rode zakdoek om het zweet op te vangen. De bazen kwamen veel controleren maar ze waren heel menselijk. Er was veel kameraadschap onder elkaar. En humor bezaten sommigen ook. (Een verhaal dat veel de ronde deed was het volgende: De voertaal op de fabriek was Frans. De leiding was Waals. Mortiaux, een van de directeuren, zit op zijn kantoor te werken. Komt er een arbeider aan de deur kloppen. Mortiaux roept “oui”. De arbeider verstaat “wie” en roept “Zentjens”. Als hierop geen reactie volgt klopt Zentjens opnieuw op de deur. Weer roept Mortiaux, iets harder nu, “oui”. Zentjens roept opnieuw zijn naam. Dat gaat zo door tot Mortiaux nijdig opspringt en, “Nondedju”, de deur opengooit.
(Uit Honderd jaar zinkproductie in Nederland, drs. Wim Blom ).
Op zondag werkten we ook vaak. Het betaalde dubbel uit en Kerstmis zelfs driedubbel. Maar je moest eerst naar de mis op de fabriek om zes uur. Proberen met alle geweld wakker te blijven. Dan naar je werk. Eerst zink trekken uit de moffels (ovale buizen van keramiek). De laatste restjes zink, het meeste was er al door de nachtploeg uit getrokken. Dan de balans (sintels) eruit halen. Dit werd opgevangen in balanskarren en dan buiten gestort. Vervolgens werden de moffels gerepareerd met klei en omgekeerd. Ze werden geladen met nieuw erts en kolen, met de schop. Dan werden ze gesloten met klei en op hun plaats gelegd. De voorkant iets omhoog zodat later het vloeibare zink er niet uit kon lopen. Dan was je klaar en kon je naar huis. Het stoken van de ovens werd weer door anderen gedaan.”
Veel mensen uit Budel en omgeving verdienden bij de Zink een goede boterham. De
employés en
ouvriers en hun gezinnen woonden in Dorplein zelf. En in de Cantine woonden de vrijgezel-arbeiders uit Wallonië en later uit zowat heel Europa.
Gelukkig is het plan nooit doorgegaan om het oude dorp te slopen ten behoeve van nieuwbouw. Nu kunnen de c
icerones van Dorplein er hun rondleidingen doen. Op afspraak via Wim Cremers St.Servaasstraat 30, 6024 BV Budel-Dorplein, Tel: 0495-492598 / 0622961675, mail: w.cremers
chello.nl
En elke laatste zondag van de maand staan de cicerones (gidsen) klaar bij de Schakel, St. Barbaraweg 1. Deze maand op 24 november om 14.00 uur. Vooraf aanmelden hoeft niet. De rondleiding gaat altijd door. Ze kost 2 euro per persoon, kinderen tot 12 jaar zijn gratis. Het traject is rolstoel en rollator vriendelijk.
(W.C.)