De Amerikaanse Anna Jarvis organiseerde in 1908 de eerste Moederdag en streed vervolgens haar hele leven tegen de commercialisering ervan. Jarvis (1864-1948) was 12 toen ze haar moeder in een parochiecentrum haar zoveelste lezing zag geven. Ze leerde er jonge moeders hoe ze hun kinderen zo goed en zo hygiënisch mogelijk konden verzorgen. ‘Eigenlijk verdienen moeders een eigen feestdag’, verzuchtte de vrouw na afloop.
Anna zou dat nooit vergeten. Toen haar moeder dertig jaar later stierf, besloot ze er werk van te maken: Mother's Day, een dag waarop iedereen zijn moeder bedankt. Anna startte een brievencampagne waarbij ze elke hooggeplaatste in de streek, de gouverneur van elke Amerikaanse staat en zelfs president Roosevelt aanschreef. Ze stelde voor om de tweede zondag van mei – haar moeder was op 9 mei gestorven – alle moeders te eren.
Op 10 mei 1908 organiseerde ze in de kerk van Grafton, West Virginia, een eerste, lokale Moederdag. Twee jaar later kreeg haar initiatief navolging in de hele staat West Virginia. In 1914 keurde het Amerikaanse Congres een wet goed waardoor Moederdag een officiële herdenkingsdag werd. Die eerste Moederdag, in 1914, werd opgedragen aan alle moeders van oorlogsslachtoffers.
Opdracht vervuld, maar al snel ontstond rond Moederdag een heuse industrie van bloemen, wenskaarten en andere cadeautjes. Zeer tot ongenoegen van Anna Jarvis - ook al had ze zelf de witte anjer gelanceerd als symbool van Moederdag. Ze startte een nieuwe brievencampagne, waarin ze ditmaal haar gal spuwde over de commercialisering van 'haar' feestdag. Die brieven ondertekende ze steevast met 'Anna Jarvis, stichter van Moederdag'. Eén van haar bekende uitspraken was: "Een voorgedrukte wenskaart betekent alleen dat je te lui was om een brief te schrijven aan de vrouw die zoveel voor jou heeft gedaan, het meeste van iedereen ter wereld."
Zelf bleef Anna Jarvis ongetrouwd en ze had nooit kinderen. De stichter van Moederdag stierf in 1948 in een verzorgingstehuis: blind, verbitterd en alleen. (Kerknet)