Het provinciebestuur wil
méér Limburgers op de fiets krijgen. Niet enkel in het weekend, maar ook voor de dagelijkse functionele verplaatsingen. Daarom investeert het onder meer in comfortabele en veilige fietsroutes, maar het bestuur zet ook in op fietsdata. Zo werden er
drie gloednieuwe fietstelpalen geplaatst op de Limburgse fietssnelwegen in Hasselt, Houthalen-Helchteren en Dilsen-Stokkem. De fietstelpaal telt er 24/7 elke fietser die passeert over de fietssnelwegen Albertkanaalroute (F5 Hasselt-Antwerpen), de Spoorlijn 18-route (F74 Hasselt-Pelt-Eindhoven) en het Kolenspoor (F75 Beringen-Genk-Maasmechelen en F751 Maaseik-As). Een display toont het dag- en het jaartotaal.
De moderne tellers zijn zeer goed uitgerust. De tellussen werden in het wegdek ingeslepen, waardoor je als fietser geen enkel ongemak ondervindt. Een zonnepaneel wekt voldoende energie op om de teller 24/7 te laten werken. Bovendien worden de gegevens automatisch doorgestuurd naar de medewerkers van het provinciebestuur om de data te interpreteren.
De fietstelzuilen zijn echte eyecatchers. De grote zuilen kregen een herkenbaar ontwerp in de stijl van de fietssnelwegen. De typische blauwe afgeronde driehoek met de witte letter F kon uiteraard niet ontbreken. Een digitaal display toont je het dag- en het jaartotaal.
Het aantal vaste telpunten langs de fietssnelwegen zal de komende jaren nog worden uitgebreid, verspreid over de provincie. Daarnaast installeert de provincie ook tijdelijke tellers. Die herken je aan draden op het fietspad waar je over fietst.
“We willen allereerst meer inzetten op fietsdata”, legt gedeputeerde Bert Lambrechts uit. “Deze fietstellers passen in een ruimer fietsdataverhaal, de Fietsbarometer, dat we momenteel uitbouwen samen met de andere provincies. De nieuwe fietstelzuilen zullen zeker een bron van informatie worden voor dat verhaal. Maar onze provincie schakelt alvast enkele versnellingen hoger en investeerde ook in een samenwerking met de Meetfiets van de Fietsersbond. Die meetfiets zal alle Limburgse functionele fietspaden gedetailleerd in kaart brengen. Dat zijn fietspaden die gebruikt worden voor functionele verplaatsingen naar het werk, of de winkel, bijvoorbeeld. Op basis van de verzamelde gegevens stemmen we het fietsbeleid beter af op de noden op het terrein en de behoeften van de fietser. Het zal ons helpen om doordachte beslissingen te nemen over onze eigen investeringen in fietsinfrastructuur, maar ook om de lokale besturen te adviseren.”
Bovendien kregen alle Limburgse gemeenten in het verleden al één of meerdere mobiele fietstellussen van de provincie Limburg om fietsers in hun gemeente te tellen. Met die gegevens kunnen ze hun fietsbeleid bijsturen. De provincie ondersteunt indien nodig bij het uitlezen van de telgegevens. “Op die manier helpen de verschillende overheden elkaar en kunnen we samen een kwalitatief functioneel bovenlokaal fietsroutenetwerk uitbouwen voor de Limburger”, besluit Lambrechts.