Op haar al 33 jaar durende reis heeft de Amerikaanse sonde Voyager-1 een punt bereikt waar er geen buitenwaartse beweging meer van de zonnewind is, wat erop wijst dat het verst verwijderde door mensenhanden gebouwde tuig zich aan de rand van ons zonnestelsel bevindt. Dat heeft de NASA bekendgemaakt.
De op 5 september 1977 gelanceerde Voyager-1 heeft al 17,4 miljard kilometer afgelegd en staat op het punt ons zonnestelsel te verlaten. De sonde bezocht Jupiter en Saturnus in 1979 en 1980. Daarbij seinde de onbemande verkenner de eerste gedetailleerde foto's van hun manen door. Net zoals de op 20 augustus 1977 gelanceerde zustersonde Voyager-2 maakte het ruimtetuig ook foto's van alle buitenste planeten. In 1990 schoot de Voyager de eerste complete foto van ons zonnestelsel.
Het tuig bestudeert nu de buitenste regio van ons zonnestelsel, waar de invloed van onze ster tanende is. In juni stelden de instrumenten vast dat de snelheid van de zonnewind, de stroom van geladen deeltjes uitgestoten door onze ster, tot niets was herleid.
Over zowat vier jaar zal de Voyager-1 zodoende ons zonnestelsel vaarwel hebben gezegd en in de interstellaire ruimte vertoeven. Wetenschappers verwachten dat dat te merken zal zijn aan een terugval van de dichtheid van hete deeltjes en een toename van koude deeltjes.
De Voyager-2 volgt een ander traject en vliegt trager dan de Voyager-1. Over enkele jaren zal de tweede Voyager hetzelfde meemaken als zijn voorganger in juni, zegt de NASA.