In een brief aan alle Limburgse priesters, diakens, parochieassistenten, pastores in de zorg en de gemandateerde lekenvoorgangers in de uitvaartliturgie vraagt Karel D’Huys, vicaris voor de parochies van het bisdom Hasselt, uitdrukkelijk
om in alle gevallen af te zien van het leiden van of voorgaan in een uitvaartdienst in een funerarium. “Hoe pastoraal goed bedoeld soms ook, zulke praktijk stemt niet overeen met de afspraken binnen de Vlaamse bisdommen, ze schept onduidelijkheid en verwarring bij gelovigen en pastores”, aldus D’Huys. “ Bovendien vragen we aan u allen tevens niet in te gaan op de vraag om – occasioneel – een niet-kerkelijke afscheidsplechtigheid te animeren. Uit hoofde van de zending en het mandaat binnen de Kerk zou ook dit alleen maar onduidelijkheid teweeg brengen. De kerkelijke uitvaartliturgie in het kerkgebouw is en blijft de manier waarop wij als katholieke kerk rouwende families op gelovige wijze willen bijstaan op het moment dat ze afscheid nemen van een geliefde. We willen blijven inzetten op de kwaliteit van deze pastorale en liturgische dienst”, aldus de brief.
“De Vlaamse bisschoppen stellen al geruime tijd dat het kerkgebouw de aangewezen plaats is voor de kerkelijke uitvaartliturgie. Kerken zijn immers de huizen waar de christelijke gemeenschappen zich verzamelen voor de liturgie. Reeds in 2008 stelden de Vlaamse bisschoppen – via de Interdiocesane Commissie voor Liturgische Zielzorg in de brochure Als christenen afscheid vieren. Oriëntaties bij de uitvaartliturgie: “Funeraria zijn geen door de rooms-katholieke kerk erkende cultusplaatsen. Vanuit de bisdommen worden er geen mensen naar toe gezonden om afscheidsvieringen te leiden. In onze diocesane beleidslijnen uitvaartliturgie- en pastoraal werd deze richtlijn ook uitdrukkelijk opgenomen”.
“In een funerarium kan – op uitdrukkelijke vraag van een familie – eventueel een gebed worden uitgesproken, bijvoorbeeld bij de kisting of bij een moment van begroeting in intieme kring. Maar dit heeft geenszins het karakter van een gebedswake op de vooravond of van een afscheidsplechtigheid en zal steeds onbezoldigd gebeuren”, aldus vicaris-generaal Karel D’Huys.