Het is maar dat je 't weet
Gemiddeld genomen woonden er in een huishouden met kinderen (gezin) 1,8 kinderen. In ruim 4 op de 10 gezinnen (44%) woonde begin 2024 1 kind. Dat betekent dat er reeds 1 inwonend kind was of dat er nog slechts 1 kind bij de ouder(s) woonde. In een eenoudergezin woonden gemiddeld 1,6 kinderen. Bij eenoudergezinnen liep het aandeel met 1 inwonend kind op tot 6 op de 10. Gemiddeld woonden begin 2024 bij gehuwde paren 1,9 kinderen in en bij ongehuwde paren 1,8 kinderen. Bij 42% van de gehuwde en de ongehuwde paren woonden 2 kinderen in. Bij ongehuwde paren woonde iets vaker 1 kind, bij gehuwde paren iets vaker meer dan 2 kinderen.