Vanmiddag hadden al meer dan 2000 Vlaamse en 1500 Waalse vlindertellers
hun waarnemingen van de tuinvlindertelling vorig weekend online ingegeven op www.vlindermee.be. Uit de eerste 1500 resultaten concludeert Natuurpunt kunnen we al concluderen dat bijna alle soorten talrijker aanwezig waren in de Vlaamse tuinen dan de vorige twee jaren.
In de gemiddelde Vlaamse tuin werden 24 vlinders van zes soorten geteld. Dat is aanzienlijk meer dan de zeven vlinders, verdeeld over vier soorten, van vorig jaar. Waarschijnlijk liggen de strenge winter en het warme voorjaar aan de basis van deze goede cijfers. De kwakkelwinters van de voorbije jaren zijn immers niet gunstig voor het vlinderbestand omdat ze de overwintering bemoeilijken. Het goede resultaat van soorten zoals de
dagpauwoog is hoopgevend. Soorten zoals de
kleine vos en de
citroenvlinder blijven het echter bijzonder slecht doen.
Opvallend is de aanwezigheid van de
distelvinder, die in bijna elke Vlaamse tuin aanwezig was. Vorig jaar werd die in slechts tien procent van de tuinen te zien. Deze trekvlinder is afkomstig is uit Noord-Afrika en Zuid-Europa, maar kon dit jaar door het warme voorjaar en zuidelijke luchtstromen massaal ons land bereiken. Ook andere 'zuidelijke' soorten zijn bijzonder talrijk zoals het
gamma-uiltje (foto), een dagactieve nachtvlinder die in bijna 40 procent van de tuinen werd opgemerkt.