Dit weekend zijn de tussentijdse resultaten voorgesteld van
Stiemerlab, het project dat in 2020 werd opgestart om de waterkwaliteit van de Stiemer in kaart te brengen. Uit deze resultaten blijkt dat, hoe meer 'groen' in de omgeving, hoe diverser de soorten zijn die men vindt, en hoe meer beton en andere verharding en frequent overstort, hoe meer algen die representatief zijn voor slechte waterkwaliteit. Hand- en schepmetingen toonden aan dat er wel degelijk nog visjes leven in de Stiemer. “Het unieke aan Stiemerlab is dat dit een burgerwetenschappelijk onderzoek is: wetenschappers en burgers werken samen om de gegevens te verzamelen," zegt schepen Toon Vandeurzen.
Ongeveer 50 vrijwilligers werden opgeleid tot burgerwetenschappers om op 16 locaties langs de Stiemerbeek tweewekelijks sensoren schoon te maken en te onderhouden, en maandelijks waterstalen te nemen. Het rioleringsstelsel en de toenemende stadsuitbreiding hebben een negatieve invloed gehad op de waterkwaliteit en biodiversiteit van de Stiemerbeek en de Stiemervallei. Stad Genk werkt al enkele jaren intensief aan de uitwerking van een ambitieus masterplan om de Stiemervallei in ere te herstellen. Ze wordt dan een blauwgroene as die een groot aantal strategische sites en woonwijken met elkaar zal verbinden, en een valleipark dat bijdraagt aan levenskwaliteit in de stad. Een van de belangrijke actiepunten is de aanpak van de overstorten. Dit najaar start Aquafin met de optimalisering van een 25-tal overstortpunten, zodat er minder rioleringswater in de beek terechtkomt.
“Stiemerlab vertrekt vanuit het startpunt dat Genkse burgers, omwonenden en lokale organisaties ook actief kunnen bijdragen, enerzijds om de problematiek van de waterkwaliteit in kaart te brengen, en anderzijds om deze problematiek aan te pakken," zegt Selina Schepers, onderzoeker en docent LUCA School of Arts. "Het doel van dit project is enerzijds om de waterkwaliteit van de Stiemerbeek over een lange periode op te volgen en anderzijds inzicht te krijgen in het herstellende karakter van de beek na overstorten uit de riolen. Op het vlak van de sensormetingen zagen we twee bijzondere waarnemingen. In het begin van het jaar merkten we een piek in de elektrische geleidbaarheid van het water. Als er meer zouten (zout ionen) in het water zitten, is die geleidbaarheid hoger. Dit is te wijten aan strooizout dat via de afwatering in de beek is terechtgekomen. We konden zelfs vaststellen ter hoogte van welke weg dat gebeurd is. Verder zagen ook wij midden juli het waterpeil spectaculair stijgen. Op 1 uur tijd steeg het water in de Stiemerbeek met 2 meter; het hoogste waterpeil dat we gemeten hebben, was 2,5 meter.”
Toon Vandeurzen: “Wat de staalnames betreft, ontdekten de onderzoekers onder andere virussen, bacteriën, vissen, amfibieën en algen, vooral aan het Thor Park en de Slagmolen. We krijgen dus stilaan zicht op de organismen die in het water aanwezig zijn door DNA-sequencing op negen locaties. Water herbergt een grote verscheidenheid aan organismen, maar we zien ze niet altijd. Er zijn dieren die permanent in het water leven, die land en water afwisselen, en deze die de beek komen bezoeken om te drinken. Zo detecteerden we DNA-sequenties van mensen maar ook sequenties van amfibieën, vissen, ratten, muizen, een koe, hanen en everzwijnen.”
Selina Schepers: “De grootste groep aan sequenties die we oppikken zijn de bacteriën zoals bijvoorbeeld de Escherichia coli, die in het water terechtkomt door ontlasting, dus niet gezuiverd rioleringswater. De plaatsen waar we de hoogste concentraties van deze slechte bacteriën vinden moeten het eerst aangepakt. We meten ook een grote verscheidenheid aan andere soorten bacteriën die gelukkig ook heel wat goeds kunnen doen, zoals bacteriën die leven van het organische afval in de beek (en dus ‘opruimers’ zijn) en bacteriën die ook zelfs olie of sproeimiddelen kunnen afbreken.”
“Metingen, toonden aan dat er wel degelijk nog visjes leven in de Stiemer en dus niet enkel de Schabeek. Er is ook een rivierkreeftje waargenomen, en een vrijgezette schildpad heeft zijn thuis gemaakt aan de Paresbemdstraat. De resultaten worden nog volop verwerkt en in mei 2022 kunnen we finale conclusies meedelen”, aldus nog Selina.
Toon Vandeurzen: “Het is uiteraard onze bedoeling dat we al deze data op een visueel aantrekkelijke en toegankelijke manier tonen aan de Genkenaren. Dat kan nu al op het online platform www.stiemerlab.be maar ook in de Stiemervallei zelf. We hopen in het najaar een kunstenaar(scollectief) te mogen verwelkomen die een artistieke interventie opzet in de Stiemervallei. Uiteraard zijn we nu ook zeer benieuwd naar de resultaten van volgende staalnames, zodat we in 2022 de resultaten van voor de werken van Aquafin kunnen vergelijken met de resultaten na de werken."