In het Genkse dierenasiel werken een honderdtal vrijwilligers. Zonder hen was dit project onmogelijk vol te houden. Eén van hen is
Evelien Schoenmaekers (40). Ze is leerkracht, zorgcoördinator, inclusiecoördinator, cursistenbegeleider en heeft twee grote honden.
Evelien: “Ik beleef hier mijn hoogste pieken en mijn laagste dalen. Onlangs is er een hond binnengebracht die was ontsnapt uit de tuin. Toen hij werd opgehaald door zijn baasje… die hereniging… dat was zo mooi om te zien. Maar aan de andere kant kun je hier heel verdrietig worden, zeker als een dier sterft. Er zijn mensen die hun dier zonder scrupules achterlaten. Die dieren zien daar echt van af. Soms plaatsen mensen zichzelf op de voorgrond: ik wil een hond. Nu. En die moet er zo en zo uitzien. Dat gaat niet zomaar. En dan trekken ze naar een broodfokker, omdat hun neefje volgende week verjaart en ze willen een hond cadeau doen. Dat loopt zelden goed af. Er zijn veel inbeslagnames van honden waar niet goed voor gezorgd wordt.”
“Dieren waren altijd mijn beste vrienden, zeker honden. Toen ik in Genk begon te werken, kwam ik hier altijd voorbij. Je mocht de honden toen nog bezoeken. Dus kwam ik elke week in de gang bij de honden zitten. Vandaag laten we geen bezoek meer toe bij de honden. Daar worden ze veel te opgewonden en gestresseerd van. Er zijn ook steeds meer honden die niet overweg kunnen met andere honden. Op een bepaald moment dacht ik: ofwel kom je niet meer en laat je die beesten met rust, ofwel ga je hier iets nuttigs doen. Het werd de tweede optie. In die tijd was daar nog niet echt een procedure voor, ik kon gewoon beginnen.”, zegt Evelien.
Evelien: “Er is een team vrijwilligerswerking waar ik zelf ook in zit, samen met nog twee andere vrijwilligers en twee mensen van de raad van bestuur. Als kandidaten een mail sturen om te zeggen dat ze vrijwilliger willen worden, geven we hen eerst de opdracht om een vragenlijst in te vullen. Daarna worden ze uitgenodigd voor een gesprek. Ze krijgen de beleidstekst rond de visie en de missie van het asiel te lezen. Elke vrijwilliger die bij ons komt werken, moet die tekst lezen en zich daar ook in vinden. In het dierenasiel draait alles rond de dieren. Je moet je eigen ego op de achtergrond kunnen plaatsen. Je kunt niet zeggen dat je énkel wandelingetjes wil maken en niet wil helpen met het kuisen van de kooien. We vragen een minimum engagement van één keer langskomen in de twee weken. Het liefst altijd op hetzelfde tijdstip.”