Morgen start het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) met de ‘ecotoopkartering’ van de Genkse natuur. Dit is een inventaris van het biologische milieu en de bodembedekking in één kaart. Hieruit kan men het groene karakter van een gebied afleiden. “Behoorlijk uniek”, stelt schepen Toon Vandeurzen. “We zijn de tweede stad in Vlaanderen die het natuurpatrimonium op die manier in kaart laat brengen.”
INBO gebruikt hiervoor de methodiek van de Biologische Waarderingskaart. Dat een inventarisatie van het biologische milieu en de bodembedekking. “Wij gaan de vooropgestelde percelen bestuderen en indelen”, verduidelijkt Rémar Erens, één van de karteerders van het INBO. “We wijzen ze toe aan een hoofdbiotoop zoals bijvoorbeeld heide, grasland en moeras en een vegetatietype, zoals bijvoorbeeld zuur eikenbos, vergraste droge heide enzovoort. Daarnaast worden ook de zogenaamde ‘kleine landschapselementen’ zoals bomenrijen en poelen in kaart gebracht volgens deze indeling. We linken alles aan de categorieën van Vlaamse en Europees beschermde vegetaties zodat we kunnen vergelijken.”
Het resultaat is een kaart in verschillende groentinten die de biologische waarde van het milieu op een overzichtelijke wijze duidt. Je zal uit deze kaarten het landschap kunnen ‘lezen’ en in een oogopslag het 'groene' karakter van een bepaald gebied afleiden.
Het veldwerk start morgen in de vallei van de Stiemer, en daarna komen Thor Park, de Horensberg, het Bodembos en de Zonhoverheide nog dit jaar aan de beurt. Andere gebieden zoals Kattevennen komen in 2022 aan bod.