Het stadsbestuur gaat de
lokale kinderopvang een flinke duw in de rug geven met een
nieuw subsidiereglement. Voortaan zullen opvanginitiatieven een financiële tegemoetkoming kunnen aanvragen om te starten, om te investeren en voor de werking. Op die manier hoopt de stad het aantal opvangplaatsen gevoelig te verhogen.
“Genk telt op dit moment 713 opvangplaatsen, en scoort met 37,7 plaatsen per 100 kinderen onder het Limburgs gemiddelde,” zegt schepen Anniek Nagels, bevoegd voor kinderopvang. “Vanuit die behoefte willen we sterk inzetten op ondersteuning van nieuwe en bestaande initiatieven."
Starters kunnen onder bepaalde voorwaarden beroep doen op een eenmalige startsubsidie en op een eenmalige investeringssubsidie.
De startsubsidie is er zowel voor gezins- als groepsopvang. Elke startende onthaalouder in de gezinsopvang krijgt een startpremie van 1.000 euro. Bij een groepsopvang situeert deze premie zich tussen 2.500 en 8.500 euro, afhankelijk van het aantal plaatsen.
De
investeringssubsidie is er enkel voor groepsopvang en bedraagt 5.000 euro per nieuwe plaats, met een maximum van 100.000 euro.
Ook bestaande initiatieven krijgen een jaarlijkse
werkingssubsidie, die ze kunnen inzetten voor verfraaiingswerken, de aankoop van materiaal en opleiding van werknemers. Deze subsidie bedraagt 30 euro per opvangplaats, met een minimum van 1.000 euro en een maximum van 8.500 euro.
In ruil verwacht het stadsbestuur een goede samenwerking met de kinderopvanginitiatieven, door een actieve deelname aan de stedelijke adviesraad kinderopvang en aan het lokaal loket kinderopvang.