Om de gewijzigde
verkeersituatie in verschillende stadsdelen te evalueren, gaat Genk met behulp van
Telramen het verkeer onderzoeken. Na een eerste, succesvolle meting in Genk-Midden en Genk-Zuid is het nu onder meer
de beurt aan Genk-Noord en -West. Om de telling mogelijk te maken, rekent de stad opnieuw op de medewerking van de Genkenaren.
In mei van vorig jaar werden er zo’n dertig Telramen geïnstalleerd in de huiskamers van Genkenaren in Genk-Midden en Genk-Zuid. Zij telden ruim 100.000 uren het verkeer. Fietsers, voetgangers, auto’s, bussen,… al het voorbijgaand verkeer werd in kaart gebracht. Dit helpt bij de evaluatie van de uitgevoerde verkeersplannen. Zo werd er onder meer vastgesteld dat het gemotoriseerd verkeer op de Wiekstraat daalde met 13,3%, na de plaatsing van een verkeersfilter op de Genkerhei. En steeg het aandeel fietsers op de Kneippstraat van 48,3% naar 61,7% na de invoering van een fietsstraat.
Wegens het succes van de eerste meetcampagne, organiseert de stad er opnieuw een in enkele nieuwe stadsdelen. Bewoners uit
Kolderbos-Langerlo, Genk-West, Genk-Noord en Genk-Oost, die op een interessante tellocatie wonen, worden uitgenodigd door de stad om deel te nemen aan het project.
De Telramen hebben een goed zicht op de straat en registreren het voorbijgaande verkeer. Zo kan er op kwantitatieve wijze gemeten worden of het verkeer in een straat wijzigt na de uitvoering van bepaalde maatregelen. “De meting geeft bijvoorbeeld een antwoord op de vraag of de snelheid daalt na de installatie van een wegversmalling. En of er minder verkeer door een straat gaat na het plaatsen van een verkeersfilter”, legt schepen van Mobiliteit, Karel Kriekemans uit.
Wie wil deelnemen kan zich volledig kosteloos inschrijven. De stad financiert het project, deelnemers moeten enkel het Telraam installeren. “En dat is gelukkig een erg gebruiksvriendelijk systeem”, vult schepen van Participatie, Alessandro Cucchiara, aan. “Bewoners kunnen de telling ook zelf opvolgen. Op het schermpje kan je de getelde aantallen meteen aflezen. Extra leuk voor wie als burgerwetenschapper zelf aan de slag wil met de cijfers.”