Als fervent wielertoerist fietste voormalig Hasselaar
Henri L'Allemand in 1892 zijn ‘Tour de Limbourg’. De bijzondere impressies van die meerdaagse toeristische tocht schreef hij neer in En Campine, excursion d’un cycliste à travers le Limbourg belge. Op het einde van zijn eerste etappe kwam hij aan bij de
Achelse Kluis, waar hij één nacht logeerde.
Als verre voorloper van tv-programma’s als In Gods Naam op VRT of – beter nog – Kloostergasten op KRO-NCRV presenteerde L'Allemand in 1892 de lezer zijn bijzondere en zeer individuele indrukken van het toenmalige kloosterleven in de Achelse Kluis.
Zijn fiets had hij die avond, na een tocht langs onder meer Leopoldsburg, Hechtel, Eksel, Sint-Huibrechts-Lille, de beide Pelten en Achel-Dorp, gestald in het station van Achel-Statie. Hij waagde het er niet op om al fietsend door het mulle zand richting Kluis te trekken. Dan maar te voet.
"Met de pas er flink in stap ik richting Kluis. In de verte zie ik het complex opdagen. Letterlijk op de grens tussen Holland en België ligt het domein met zijn meer dan zeshonderd hectaren. Echt oud is het niet. Vanaf 1850 werd het in dit godvergeten heidegebied door trappisten uit Westmalle opgebouwd. Een met bomen afgezoomd laantje leidt naar de hoofdingang. Het ‘Kloosterslot’ ligt verborgen in een woud van allerlei bomen, ook fruitbomen. Midden in de vlakke, kale heide lijkt ‘La Trappe’ een oase van mysterieuze stilte en innerlijke vrede."
"Ik bel aan. Het duurt even. Dan wordt er geopend. Voor me staat een rijzige, magere, bleke man. Ik leg hem het doel van mijn bezoek uit. De man buigt en loopt me voor. Ik loop achter hem aan. En terwijl ik deze wereld binnenstap, waar een leven van eeuwen geleden geleefd wordt, ben ik ondanks alles toch wat geëmotioneerd. De pater die me voorgaat, versterkt die emoties nog: zijn bleke gelaat, zijn lange witte baard, zijn rustige, diepe blik. Onder zijn witte, zware pij ziet hij er ondanks zijn leeftijd solide uit, standvastig, kaarsrecht."
"Met slechts het hoogst nodige aantal woorden beschrijft hij in een vlotte taal wat we voortstappend allemaal zien. Dan wordt het kolossale klooster, aanleunend tegen de kerk, zichtbaar. Errond liggen geïsoleerde gebouwen en werkhuizen: de koeienstal, de melkerij, waar volgens de meest geperfectioneerde procédés wordt gewerkt, de paardenstallen, zo proper als een huiskamer, met stampvoetende, schitterend mooie paarden."
"In de koeienstallen staan prachtige beesten. De varkensstallen zitten vol knorrende zwijnen, klaar voor de slacht. De schapen, hagelwit, lijken pas gewassen en gekamd. En overal waar je kijkt: orde, netheid, tekenen van een uitermate intelligente uitbating."
"We komen in de tuin: verzorgd als de rest is die een streling voor het oog. De zeldzaamste bloemen tekenen tegen het zachtgroene gras regelmatige patronen van oogverblindende, vrolijke kleuren af. In die kleurenpracht valt een mooie grot bij een rustieke trap op. De immense boomgaard staat vol fruitbomen, die doorbuigen onder de vele vruchten."
"De brouwerij, waar dat lekkere, gezonde en o zo bekende trappistenbier wordt gebrouwen, is kolossaal. Omdat zij niet meer aan de stijgende exportnoden kan beantwoorden, hebben de paters – in bedenkelijke concurrentie met de plaatselijke brouwers – in Tilburg een nieuwe gebouwd."
Jef Vanbussel
Foto’s: Heemkunde De Goede Stede Hamont-Achel
Foto hierboven: de Kluis zoals L'Allemand ze in 1892 zag.
Eerste foto hieronder: ‘Ora et labora’, bidden en werken op de akkers.
Tweede foto hieronder: terugkeer van de akkers naar de Kluis.
Bron tekst: Henri L'Allemand, En Campine, excursion d’un cycliste à travers le Limbourg belge
Vertaling: Jef Vanbussel
In deze reeks verschenen eerder: