In de jongste uitgave van de
Achelse Kapetulie staat een boeiend verhaal over oud-Achelaar en kruisheer Edgard Claes. Wist je dat hij een meester-boekbinder is met een internationale reputatie? Redacteur Guy Rijcken, die zelf een passie heeft voor het boekbinden, ging broeder Edgard Claes in zijn klooster opzoeken.
(het toeval wil dat de lezingen die plaatsvinden op 14 april in de bib in Achel hier ook over gaan, én zelfs door Edgard Claes worden gegeven.
Bij een onderzoek van historicus Luk Van de Sijpe naar de geschiedenis van het kasteel van Grevenbroek - huidige ruïne van slot van Grevenbroek op de Molendijk - viel op dat het haast onbewoonde gehucht
Wittenberch een aparte landschappelijke betekenis had. Het was in die tijd een ijkpunt voor landmeters. De eeuwenlange heidetwist tussen Achel en grensgemeente Schaft (provincie NL- Noord-Brabant) onthult de betekenis van deze 'Wittenberg'. In archiefstukken van de 15de eeuw komt de naam 'Wittenberch' al voor. De naamsverklaring is vrij simpel: een duidelijk zichtbare verhevenheid in een onbegroeide oppervlakte, waarbij het
witte zand al van ver te zien was. De landmeters van toen hebben de grensbetwisting tussen Achel, Schaft en Neerpelt opgelost met een simpele driehoeksmeting. En hierin speelde de Achelse Witteberg zijn rol. De heuvelruggen van samengewaaid stuifzand zijn er nog steeds, alleen: het staat nu vol bomen en is een speelparadijs voor kamperende jongeren. Hoe het de intussen 'Witteberg' vergaan is beschrijft René Winters in een aanvullend artikel. Hij is er geboren en getogen en woont er al zijn leven lang.
Waar de uitdrukking
"stinkend rijk zijn" vandaan komt, staat niet helemaal vast. Dikwijls wordt verwezen naar de middeleeuwen toen de gewone sterveling op het kerkhof begraven werd en de rijkaard zich een mooie plaats kon veroorloven binnen in de kerk. En of er ooit kerken geweest zijn waar een geur waar te nemen was, laten we in het midden. De doorsnee man en vrouw houden het erbij dat 'stinkend rijk' vandaar moet komen.
Jean-Pierre Sleurs blikt in zijn artikel een dikke halve eeuw terug toen in Achel-Centrum tal oude panden onder de
slopershamer vielen. Huizen met een mooie Vlaamse klokgevel zoals herberg 'In de Keizer', het patronaat (oude stallen van afspanning Koeckhofs), café Het Witte Huis en zelfs het oude statige gemeentehuis moesten er aan geloven. Het opruimen van de graven rond de kerk was de eerste aanzet tot wat nu een grote open ruimte is in Achel-Dorp.
"Aal wa auwt was moest weg. Zoiets zow d'n daag van vandaag nie mier gebeuren', hoort ge ooit van Achelaars die zich die periode nog goed herinneren.
Op de foto: het voormalige café "In de Keizer" in de Dorpsstraat, vlakbij de kiosk en de kerk.