Toen deze week met veel technische inzet
de bol en de haan boven op de monumentale toren van de Sint-Laurentiuskerk werden geplaatst -
bekijk alleszins dat filmpje van Rudi Luys - , reageerden omstaanders over de prestatie die
in 1904 was gebeurd. Toen werd de haan door twee werkmannen niet via een hefkraan naar boven gebracht, maar langs de toren en aan de buitenzijde van de spits. Hallucinant was het feit dat boven de zogenaamde
ajuin via aangebrachte steunbalkjes deze twee mannen ter hoogte van het metalen kruis geraakten en dan met een laddertje tot op het hoogste punt geraakten om daar de haan in te zetten. Hoogtevrees kenden ze niet.
Zeer uitzonderlijk bezit de kerkfabriek van deze stunt een foto, die we bij dit verhaal plaatsen.
Zeer verrassend is bovendien het bericht deze week van de kleindochter van één van deze mannen,
Jacqueline Gilmont, die zich het verhaal van die tijd herinnerde Zij getuigt nog emotioneel:
Er moest in 1904 een haan op de toren geplaatst worden. Ze zochten en vonden 2 broers, 2 jonge mannen in de dorpjes Feluy en Arquennes bij Charleroi, met de familienaam Gilmont.
Natuurlijk was dat een hele opdracht om dat werk op te knappen, om op een veilige manier op die toren te geraken met die haan. Dit nam wel een tijd in beslag, want kranen waren er nog niet.
Ze konden natuurlijk niet elke avond naar huis. Daarom logeerden ze in een klein hotelletje aan het station in Hamont. Onder hetzelfde dak was er ook een klein winkeltje, waar men o.a. mooie postkaarten, snoepjes, parfum en dergelijke verkocht, zeer geliefd door de jonge verliefde koppeltjes en er was ook nog een café.
Dit alles werd uitgebaat door een jonge weduwe, Elisabeth Ballings, mijn toekomstige grootmoeder, want één van de logeergasten, Jean Gilmont, werd verliefd en huwde met haar. Hij was gekend als “de Waal”. Het huis kreeg de naam : Gilmont-Ballings.
In 1906 werd mijn vader geboren.
In 1942 is mijn grootvader plots gestorven op 60-jarige leeftijd. Ik ben één van zijn kleinkinderen en ben nu nog fierder op hem om het moeilijke werk in die tijd tot een goed einde gebracht te hebben.