Nee, geen uitgeslApen
viervleklibel, maar een
uitgeslOpen. Van het werkwoord "uitsluipen". We hebben dat eens opgezocht, en nu weten we waarom
Theo van Vlierden altijd zo prachtig libellen van héél dichtbij kan fotograferen zonder dat ze wegvliegen. Theo wacht gewoon tot zo'n libel
uitgeslopen is - kan een uur duren! - en dan moet zo'n beestje even van de inspanningen bekomen en zorgen dat ze "uitgehard" is voor ze kan vliegen. Vandaar dus.
Maar het is toch interessant, dat "uitsluipen", lezen we op
libellennet.nl: "Voor het uitsluipen klimt de volgroeide libellenlarve uit het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld langs een plantenstengel die in het water of op de oever staat, maar ook allerlei andere objecten op de kant worden gebruikt. Als de larve een geschikte uitsluipplek heeft gevonden, houdt ze zich stevig vast en vervelt voor de laatste keer. De huid van kop en borststuk barst open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit. Wanneer kop, borststuk en poten eruit zijn, grijpt de libel zich vast aan het uitsluipsubstraat en trekt haar achterlijf uit de larvenhuid. Vervolgens blijft het nog verfrommelde en kleurloze dier een tijd lang hangen en pompt zich door middel van lichaamsvloeistof op. Het achterlijf strekt zich langzaam en krijgt steeds meer de langgerekte vorm van een volwassen libel. Ook de vleugels strekken zich langzaam maar zeker uit. Als de libel haar uiteindelijke vorm bereikt heeft, wordt de overtollige lichaamsvloeistof in druppeltjes afgescheiden door het achterlijf.
De libel heeft haar uiteindelijke vorm bereikt, maar is nog vrijwel kleurloos en te zacht om te vliegen. Pas na enige tijd uitharden is de libel klaar voor zijn eerste vlucht en vliegt weg van het water, meestal naar de eerste de beste boom of struik. Het lege larvenhuidje blijft achter langs de waterkant. De jonge imago’s (verse imago’s of juvenielen genoemd) zijn nog enkele dagen herkenbaar aan hun glimmende vleugels."
Nog dit: Theo van Vlierden zag deze uitgeslopen libel in de buurt van De Bever.