De Amerikaanse eikendreef aan Domein De Bever (foto) is sterk aan het aftakelen.
De helft gaat gekapt worden. De bomen die blijven, worden verzorgd zodat ze nog jaren kunnen dienen als kolonieboom voor vleermuizen. De gekapte bomen worden vervangen door
winterlindes. Dat blijkt uit een mededeling van het Regionaal Landschap Lage Kempen.
De gemeente is rijk aan oude dreven in een gevarieerd, oud landbouwlandschap, doorregen met grote boskernen en hooilanden omgeven door houtkanten. Hierdoor vormt de gemeente een belangrijk leefgebied voor vleermuizen.
In 2019 liet de stad een studie uitvoeren door Natuurpunt Studie waaruit bleek dat er minstens 6 verschillende vleermuissoorten gebruik maken van de dreven van de Beverbekerdijk, Beverbeek en de Beverbeekse Heide. Dreven vormen belangrijke ‘autostrades’ voor vleermuizen. Ze gebruiken die om van hun zomerverblijfplaatsen naar hun jachtgebieden te vliegen waar ze op zoek gaan naar insecten. Ook leven er een aantal vleermuissoorten in holtes van de oude bomen.
Met het beheersadvies uit de studie gaat de stad aan de slag om de toekomst van de dreven én de vleermuizen veilig te stellen. De dreven zullen gefaseerd omgevormd worden; als eerste zijn die op Beverbeekse Heide aan de beurt. Dit gebeurt binnen een biodiversiteitsproject waarbij de Stad Hamont-Achel, Natuurpunt Studie, Natuurpunt Limburg, het Regionaal Landschap Lage Kempen en de provincie Limburg samenwerken.
Waarom moet er gekapt worden?
De bomen in de meeste dreven zijn even oud en bestaan uit Amerikaanse eik. Amerikaanse eiken groeien sneller dan inheemse eiken waardoor ze minder duurzaam zijn en dus ook een stuk minder oud worden.
Als er niet tijdig wordt ingegrepen, sterven alle bomen tegelijk waardoor de dreef ineens dreigt te verdwijnen. Dit is natuurlijk slecht voor de vleermuizen. Daarom wordt er gekozen voor gefaseerde omvorming.
Een zone met gezonde bomen met holten blijft behouden. Aansluitend wordt er een zone met bomen gekapt én opnieuw aangeplant zodat de dreefstructuur behouden blijft.
In een eerste fase komt de dreef naar De Bever aan de beurt. Bij de kapwerken wordt er alles aan gedaan om de vleermuizen te ontzien. In het begin van de herfst, wanneer de vleermuizen verhuizen naar hun winterverblijfplaatsen, worden de holtes dichtgeniet met een doorschijnende plastiek. Dankzij dit ‘luikje’ kunnen vleermuizen de holtes nog wel verlaten, maar er niet meer terug in, waardoor er tijdens de kapwerken voor hen geen risico is.
Verder worden er aan de bosrand nectar- en besdragende struiken aangeplant, goed voor vlinders en insecten.
In de buurt van de dreven staan er verschillende gebouwen met grote zolders (o.a. Laathoeve, Achelse Kluis). Natuurpunt Studie zal onderzoeken welke vleermuissoorten gebruik maken van deze zolders.
Als kers op de taart wordt er begin 2022 in de omgeving van Domein de Bever een vleermuizentoren geplaatst. Deze toren van 6,5m hoog wordt gebouwd door de technische dienst van de stad en zal dienen als extra zomerverblijfplaats voor verschillende vleermuissoorten.
De uitvoering van het totale biodiversiteitsproject is geraamd op 31.000 euro. Hiervan wordt 22.500 euro gesubsidieerd door de provincie Limburg. Het Regionaal Landschap Lage Kempen draagt 6.000 euro bij en de stad 2.500 euro. (Foto Rolf Ziemann)