In de
Toomstraat op De Mulk werd in 1928 - bijna 100 jaar geleden! - een nieuwe
kapel in gotische stijl gebouwd. Dat was geen toeval. In 1925 werd Theresia van Lisieux heilig verklaard en in 1928 aangesteld als patrones van de missies en de missionarissen. Dat zorgde in de katholieke wereld voor een meer dan bijzondere aandacht en verering. Wat was dan heerlijker dan een eigen Theresiakapel?
Theresia van Lisieux werd in 1873 in Alençon als Thérèse Martin geboren. Zij was nauwelijks 16 jaar toen ze in het karmelietessenklooster te Lisieux intrad. Zij gaf gehoor aan Jezus’ gebod te worden als de kinderen. Zij wordt daarom ook als de H. Theresia van het Kindje Jezus of, in de volksmond, de ‘kleine Theresia’ genoemd. Zij stierf in 1897, op 24-jarige leeftijd.
Theresia wordt voorgesteld als een karmelietes met een kruisbeeld en rozen in de hand. Zij zou de volgende gevleugelde woorden uitgesproken hebben: “Ik zal een regen van rozen uit de hemel doen nederdalen…” Haar feestdag wordt op 3 oktober gehouden.
Volgens de memoires van deken Antoon Smeets kwam hij bij het lezen van het leven van de H. Theresia zelf op het idee om op de Mulk een kapel ter hare ere op te richten. Maar ook Georges Jaminé, rector van het ursulinenklooster, was de H. Theresia zeer genegen en was een vaste klant op de Mulk, bij o.m. Tinus Vlassak die ook een buurtherberg uitbaatte. Zijn kunstminnende vader, Edmond Jaminé, die in Hamont verbleef, zou de bouw en de afwerking van de kapel coördineren.
De kapel werd in snel tempo afgewerkt aan een bosje, eigendom van Alfons Boonen. De buurt zorgde voor de afwerking, nadat Tinus Vlassak het metselwerk had uitgevoerd.
Op 3 oktober 1928 werd de kapel plechtig ingewijd door deken Smeets, geassisteerd door rector Jaminé en pater Adriaensen van Averbode, die het sermoen hield. De kapel en omgeving werden prachtig versierd door de jeugd van de Mulk… zoals te zien is op de gelegenheidspostkaart.
Het interieur was ook af: een kruisweg en 2 schilderijen met het leven van de H. Theresia werden geschonken door Jaminé; een kazuifel en het antipendium (schilderij vóór het altaar) werden kunstzinnig geschilderd door Mère Julienne van het ursulinenklooster.
Het klokje werd op 9 juni 1929 ingewijd en was een schenking van Alfons Boonen (peter) en Ida Huyers (meter).
Oorspronkelijk bestond de kapel uit een kapelruimte met voorhal. In 1949 werd de ruimte van de voorhal vergroot door de deuren te verhangen.
De kerkfabriek van Hamont heeft in 2022 een dossier ingediend om van drie kapellen in Hamont de asbesthoudende dakbedekking te verwijderen en te vervangen door een duurzaam pannendak.
Met de restauratie van het dak van de kapel van de Mulk wordt dit project succesvol afgesloten.
Tot grote tevredenheid van het kerkbestuur en de vele vrijwilligers die onze kapellen beheren heeft de aannemer Kenneth Vandeput uit Achel dit werk uitstekend uitgevoerd. De kapellen kunnen nu een nieuwe en langdurige periode zonder grote onderhoudswerken tegemoet.
Het is trouwens opvallend hoe onze kapellen in deze tijd een steeds grotere aandacht krijgen van zowel gelovigen als toevallige bezoekers, dikwijls fietsers langs ons goed uitgebouwde Limburgs fietsroutenetwerk.
Restauraties kosten uiteraard een hoop geld. Dit project voor de restauraties van de kapel van de Hees, van de Achterhoek (Het Lo) en van de Mulk kon rekenen op subsidies van de provincie Limburg voor zo’n kleine 30.000 euro, van de stad Hamont-Achel voor 15.000 euro en van een eigen inbreng van ca 6000 euro.
De kapel van de Haart werd vroeger al met een apart project gerestaureerd, samen met een nieuwe aanleg van haar omgeving. (LvdS) Op de foto's: de kapel voor, tijdens (beide foto's onder) en na de restauratie (foto boven).