Naar jaarlijkse gewoonte trokken
de leden van het Grevenbroekmuseum op pad. En waar gaan zij het liefst naar toe: naar andere musea. Niet alleen om er wat historie op te snuiven maar ook om wat ideeën op te doen. Het Huis van de Métallurgie en Industrie van Luik is een centrum van technische en industriële cultuur, dat in een oude staalfabriek ligt. Het circuit van het metaal begint in de oude Waalse smederij uit de 17de en 18de eeuw. De oudste hoogoven van het land (1693), door waterkracht aangedreven
maka’s (slaghamers)en blaasbalgen en het oudste walswerk in de wereld zijn er te bewonderen. Drie industriële evoluties (handenarbeid, stoommachine van John Cockerill en de elektromotor) die de arbeid hebben vergemakkelijkt doch uiteindelijk een bedreiging vormden voor de werkgelegenheid zelf, kwamen aan bod. Naast de teloorgang van de eens zo roemrijke Métallurgie werden nog 2 andere tentoonstellingen bezocht : “Luik in het oog van de storm” in de grote kapel van het norbertijnenklooster en de "Ik was 20 in 14” in de expositieruimte van het imposante station Luik-Guillemins. Beide tentoonstellingen geven op hun manier een klare kijk op het leven in de woelige tijd van de Eerste Wereldoorlog. De drie tentoonstellingen zijn zeker en vast de een bezoek waard waarbij de laatste een dikke 10 op 10 krijgt.
(Geert Stevens)