Na een hartige
appelpunt bij een kopje koffie met zijn vijftigen de boot op en het 9000 ha nationale park
‘De Biesbosch’ in Nederland verkennen. Dat was het programma voor zondagvoormiddag waarvoor de 50 deelnemers van
Pasar Hamont-Achel per autocar naar Drimmelen in Nederland gereden waren. In twee groepen werden de deelnemers door ervaren gidsen van Staatsbosbeheer door het ontluikende groen geloodst.
Eerst voeren ze een tijdje door de kreken waarbij ze een beverburcht en verschillende watervogels te zien kregen. In bijna elke zin kwam wel het woord
wilg voor. Deze boomsoort overheerst duidelijk het hele gebied. Het rijshout werd vroeger dan ook gebruikt voor bijna alles wat vandaag uit kunststof vervaardigd wordt. Toen zorgden de grienduilen in de grienden voor het knotten van de schietwilgen tot een
stoof. In onze taal zouden we zeggen dat de bosarbeiders in de wilgenvelden de schietwilgen knotten tot een wilgenstronk. De deelnemers leerden ook dat er eenden gevangen werden in een enorme eendenkooi door ze op listige wijze en met behulp van
staleenden en een
kooikerhondje door een soort tunnel te leiden. Aan het eind van deze lange pijp werden de eenden bij de nek gevat en gingen ze letterlijk de pijp uit om in een of andere kookpot te belanden.
In de namiddag bezocht men het vestingsstadje
Willemstad. Op 30 mei 1940 gebeurde er daar op het Hollandsch Diep een grote scheepsramp. Van een konvooi van 4 rijnaken, volgestouwd met Belgische krijgsgevangenen op weg naar Duitse concentratiekampen, liep de Rhenus 127 op een mijn. Hierbij kwamen 167 Belgische militairen om, onder wie ook enkele streekgenoten. Op het erekerkhof wordt nog ieder jaar op 2° Pinksterdag een plechtigheid te hunner nagedachtenis gehouden.