Het eeuwenoude landbouwlandschap in de omgeving van de
Laathoeve - een gebied van 160 hectaren - wordt grotendeels beheerd door de KU Leuven. En op initiatief van de KU Leuven worden daar momenteel
sommige oude bomen vervangen door nieuwe.Eric Van Beek (KU Leuven) vertelt: “Een bijzondere dreef in dit landschap is de ‘Kastanjedreef’, die vooral bestaat uit Amerikaanse eiken. Het is een oude, historische dreef en een deel van de bomen was sterk aan het aftakelen: ze waaiden om of stierven af. Niet ingrijpen in deze dreef zou op termijn betekenen dat slechts een aantal bomen zou overblijven en de dreefstructuur zou verdwijnen.”
Dit wordt beaamd door Koen Thijs van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB): “Dat zou bijzonder jammer zijn voor de beschermde vleermuizen, die deze dreef tijdens de zomermaanden gebruiken als kraamkolonie voor de pasgeboren vleermuizen. Ze nestelen specifiek in holtes in levende oude bomen. Naast nestholtes hebben de vleermuizen ook de lijnvormige dreefstructuur nodig om zich te oriënteren in het landschap.”
Voor deze beschermde dieren is het dus belangrijk dat er nieuwe bomen worden geplant om voldoende toekomstige vleermuismaterniteit te voorzien. De dreef ligt in het Europees Natura 2000 netwerk, wat betekent dat de natuurwaarden van Europees belang zijn. Het Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos ondersteunt daarom dit project ten voordele van de rosse vleermuis, de gewone dwergvleermuis, de watervleermuis en de gewone grootoorvleermuis.
Concreet werd een deel van de bomen eerst geveld. Vervolgens werden nieuwe bomen aangeplant met tamme kastanje en winterlinde.
Bij deze werken moest men zorgvuldig rekening houden met de vleermuizen. Vleermuizenspecialist Ghis Palmans gaf deskundig advies. Vleermuizen huizen vooral in oude spechtengaten en holtes in levende bomen; eens de bomen dood zijn, zijn ook de holtes in deze bomen niet meer geschikt als nestgelegenheid. Dode bomen kunnen dus geveld worden. Daarnaast waren er aftakelende bomen, met mogelijk bewoonde gaten, die toch best geveld dienden te worden. Om te voorkomen dat holtes tijdens de kapping bewoond zouden zijn door vleermuizen, werden deze holtes dicht geniet met stevig plastic. Zoals bij een éénrichtings kattenluik konden de vleermuizen zo nog wel uit de holtes kruipen maar er niet meer in. Ze gaan dan zelf op zoek naar een andere geschikte nestplaats. Dit dichtnieten gebeurde eind september. De jongen zijn dan groot genoeg om zelfstandig uit te vliegen en voedsel te zoeken. Het is ook in dit seizoen dat veel vleermuizen alweer op zoek gaan naar hun winterverblijfplaatsen en dus sowieso verhuizen.
Gedeputeerde van Natuur en voorzitter van het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK) Ludwig Vandenhove vindt dit project een mooi voorbeeld van hoe het RLLK met de KU Leuven en met de Stad Hamont-Achel samenwerkt om Europees belangrijke natuurdoelen te halen. Het project kostte 10 000 euro; deze kosten werden gedragen door ANB, de KU Leuven en het RLLK.