Einde deze week verschijnt de tweede editie van de
Grevenbroeker Echo's, met daarin een variatie aan artikels, o.a. over oude Hamont-Achelse huizen en hun bewoners. Zo zijn deel 2 over Het Lopend Kraantje met zijn bewoners annex douanen en deel 6 met de waagmeesters en pachters van De Waag er in opgenomen. Maar ook de memorie van de aangifte van de nalatenschap van Peter Joannes Theuwis, opgemaakt te Overpelt op 24 juli 1828. In het kader van de herdenkingen W.O. I volgt een verhaal rond een oude soldatenfoto van Pierre Dijkmans, gemaakt in Bradford (Engeland) tijdens deze oorlog. Hoteldieven te Hamont in 1913: deze waren actief in gasthof Ruggli. Uit het bevol-kingsregister kon men vaststellen dat dit gelegen was aan de statie en dat dit later Hotel Gielen-Ryken werd genoemd.
Verder wordt in een eerste artikel de bijna 50-jarige geschiedenis opgestart van Bloemisterij Tijskens op De Kleine Haart, later verdergezet in de Bosstraat. Troepenbewegingen in Hamont en Achel in 1792-1793 hadden ook gevolgen voor de plaatselijke bevolking. Auteur Mathieu Schuurmans volgde deze bewegingen vanuit de stads- en dorpsrekeningen van beide gemeenten. Verder wordt aandacht besteed aan de onlangs verschenen teutenroman "Mette" van Herman Grouwels en aan de reconstructie van de Doodendraad, met de tentoonstelling hierover in de Achelse Kluis.
Op de foto: Douaniers op kermisdinsdag 25-10-1955 bij ’t Lopend Kraantje. Vlnr: Louis Vrolix, Jan Doumen, Gerty Vankerkom, Christine Van Driel, Paul Schrooten, Colla Vankerkom, Martin Scheepers en Louis Beenders.