Hauptmann Biereye ( Bataillon Erfurt) : “ De passeurs waren van alle markten thuis. Met hun arsenaal aan hulpmiddelen om ongehinderd en heelhuids door de draad te geraken, kon je makkelijk een museum vullen. “
Oberst von Redei (Bataillon Sondershausen) : “ Om ongehinderd aan de andere kant van de ‘ Grenzzaun ‘ te geraken deden de passeurs een beroep op hun grote handigheid, hun geduld en hun doorzettingsvermogen. “
Duits respect voor wie het leven van de wachtposten bij de ‘Grenzzaun’ steeds weer zuur maakte, bestond dat echt? Blijkbaar wel. Dat het bij de bataljons uit Erfurt en Sondershausen werd verwoord, is verre van een toeval. Beide legereenheden maakten langere tijd de dienst uit bij de Dodendraad.
Uiteraard werd dat respect pas na de oorlog openbaar gemaakt, in 1920. Van beide bataljons kwamen toen de oorlogsgeschiedenissen op de markt . In Duitsland was dat soort publicaties tussen de wereldoorlogen massaal in trek. De teksten beschreven de inzet en het verblijf van een bataljon of regiment aan het front of in een bezet landsgedeelte. Tegelijk werden ze uitgegeven als eerbetoon aan alle manschappen. Bij de oud-strijders, bij hun families en bij nabestaanden van gesneuvelden vonden die boekwerkjes een grote afname.
Naast bataljons uit Erfurt en Sondershausen waren ook een bataljon uit Gera en eentje uit Weimar actief in de bewaking van de grens. In hun geschiedenissen berichtten ook zij over de ‘Grenzzaun ’.
Een paar decennia geleden waren die documenten moeilijk vanonder het stof te halen, zelfs vaak niet te vinden. Digitalisering van archieven en het aanbod op commerciële sites brachten daar verandering in.
In een aantal afleveringen nemen Jef Vanbussel en Internetgazet u in de komende vier weekends mee voor een bijzondere kijk achter de schermen van de (Duitse) bewaking van de Dodendraad.
Veel leesgenot!
Jef Vanbussel
(Afbeelding: waarschuwingsbord bij de Dodendraad aan de Achelse Kluis, foto: Jef Vanbussel)