Enkele jaren geleden verlieten de zusters Ursulinen al hun klooster in Overpelt,
nu gaan ze ook weg uit Hamont,
na 173 jaar (!) actieve dienst aan de gemeenschap. Dat gebeurt eind
juni. Om gezondheidsredenen nam onlangs zuster Leonarda al haar intrek
in de residentie in Herk-de-Stad. Nu volgen zuster Stanislas en zuster
Irena.
Van de drie laatste zusters zijn zuster Leonarda en zuster
Stanislas in Hamont ingetreden. Ze hebben er meer dan 65 jaar verbleven.
Zuster Irena kwam enkele jaren geleden vanuit het klooster van Overpelt
over.
Hun vertrek betekent het einde van een mooie geschiedenis.
Deken Meuwissen kreeg in 1839, na lang aandringen bij de stichter van de
nieuwe kloosterorde van de zusters Ursulinen in Tildonk, de goedkeuring
om een klooster in Hamont op te richten. Vanaf 1839 startten de zusters
met de inrichting van een pensionaat voor meisjes. In 1844 werd de
lagere school voor meisjes opgericht, gevolgd door de bewaarschool voor
jongens en meisjes in 1861. In 1920 werd het onderwijsaanbod
vervolledigd met de vakschool die tot 1983 in het kloostercomplex actief
bleef. Daarna greep de fusie met het Salvatorcollege plaats.
Hamont is niet alleen het oudste bestaande Ursulinenklooster van Limburg; het is tevens het klooster dat 173 jaar onafgebroken
dienstbaar was voor onderwijs en parochie, een niet te evenaren ‘record’.
Dankzij de vele Britse, Duitse en Nederlandse
pensionaires die
in Hamont in een cyclus van drie jaar degelijke opvoeding en etiquette
volgden, en mede door de goede treinverbinding die sedert 1879 met
Hamont werd gerealiseerd, zorgde dit Ursulinenklooster ervoor dat Hamont
internationale bekendheid kreeg. Die ruime buitenlandse belangstelling
maakte mogelijk dat het klooster rond 1900 indrukwekkend groot en stevig
werd uitgebouwd en dat het in 1913, net voor het uitbreken van WO I,
kon uitgebreid worden met de prachtige neogotische kapel naar de plannen
van de absolute grootmeester van de neogotiek, Pierre Cuypers.
Tijdens
de eerste wereldoorlog werd het klooster een steunpunt voor spionage
waardoor de overste in zware moeilijkheden verzeilde. In WO II werd het
klooster volledig ingepalmd door de Duitse bezetter en werd het op het
einde van die oorlog doelwit van een plundering door de lokale
bevolking.
Toch was een vernietigende brand in 1956 de ergste ramp
die het klooster mocht meemaken. Alleen de kapel bleef overeind.
Niettemin bleven de zusters zich voluit inzetten voor hun roeping:
opvoeding en onderwijs voor de kleuters, lagere schoolkinderen en
opgroeiende meisjes.
Enkele maanden geleden kocht het
stadsbestuur het kloostercomplex, inclusief de beschermde kapel, aan. Nu
de zusters het pand verlaten zal de herbestemming sneller dan gepland
moeten uitgevoerd worden, maar daarover is nog niets bekend. Inmiddels
zijn al maatregelen genomen om de restauratie van het dak en andere
bouwonderdelen van de kapel en het oude klooster aan te pakken.
(Luk Van de Sijpe)Op de foto boven: vlnr zuster Irena, zuster Stanislas en zuster Leonarda.
Foto onder: het indrukwekkende klooster anno 1906.