In oktober arriveren de noordelijke
sijzen om hier te overwinteren. Gedurende de winter vertoeven ze meestal in de beekvalleien waar ze zich voeden met elzenzaad. In februari-maart verschijnen ze dan op de voedertafels om zich tegoed te doen aan de pindanootjes. Sommige jaren blijven er enkele hier hangen en kunnen die tot broeden komen
. Op de foto een
mannetje sijs, te herkennen aan zijn zwart
kapje; vrouwtjes hebben dit kapje niet.
(Pierre Rutten)