De huidige Europese richtlijnen om de
nachtzwaluw te beschermen zijn niet aangepast aan het leven van de vogelsoort en daardoor mogelijk inefficiënt. Tot die conclusie komt dr. Ruben Evens
(foto) in zijn doctoraatsonderzoek Biologie aan UHasselt. “De Europese richtlijnen moeten herbekeken worden, om de nachtzwaluw beter te kunnen beschermen,” zegt hij. De nachtzwaluw is een bekende bewoner van Bosland.
In zijn doctoraatsonderzoek bestudeerde Evens de ecologie van de nachtzwaluw. Met gps-trackers en radiotelemetrie onderzocht hij waar de mysterieuze vogelsoort precies broedt, eet en overwintert. “Dit waren belangrijke onderzoeksvragen, want uit observaties bleek dat nachtzwaluwen zich niet precies gedroegen zoals eerder in de wetenschappelijke literatuur werd beschreven. Zo werd er vroeger gedacht dat nachtzwaluwen tijdens het broedseizoen in heidegebieden verblijven. Maar uit mijn onderzoek blijkt dat zij voornamelijk in graslanden zitten om voedsel te zoeken. Overwinteren doen zij dan weer niet in Oost- en West-Afrika, zoals eerder altijd gedacht, maar wel in Centraal-Afrika. Meer bepaald de Democratische Republiek Congo en Angola”, legt Ruben uit. Dit laatste betekent dat de vogel maar liefst 19.000 kilometer op jaarbasis aflegt.
“Al deze gegevens zijn belangrijk voor het opstellen van Europese beschermingsrichtlijnen”, zegt Ruben. “Maar de bestaande beschermingsrichtlijnen zijn dus gebaseerd op niet accurate gegevens. Zo zijn er dus bijvoorbeeld geen beheersmaatregelen in de gebieden waar de nachtzwaluw op zoek gaat naar voedsel en komen de echte rustplaatsen van de vogel tijdens de migratie, namelijk gebieden in Noord- en West-Afrika, niet voor in de huidige beschermingsplannen. Dit toont aan dat de bestaande richtlijnen, zowel in Vlaanderen als daarbuiten, ontoereikend zijn om de nachtzwaluw efficiënt te kunnen beschermen.”
Dat de nachtzwaluw dringend beter beschermd moet worden blijkt ook uit het onderzoek van Ruben. Want de populatie is veel kleiner dan oorspronkelijk gedacht. Zo werd er tot nu uitgegaan van een populatie van 800 koppels in Limburg, maar dat blijken er maar 200 tot 300 te zijn. “Dit komt door fouten bij eerdere populatietellingen, denken wij. In de huidige telmethoden wordt vaak verondersteld dat één zingend mannetje overeenkomt met één territorium. Terwijl de nachtzwaluwmannetjes net meerdere zangposten hebben om een groot territorium af te bakenen. Hierdoor wordt één exemplaar dus meerdere keren geteld”, zegt Ruben, die ook in Zwitserland aan het werk is om daar de populatie nachtzwaluwen in kaart te brengen.
“Mijn onderzoek laat zien dat de Europese beschermingsrichtlijnen voor nachtzwaluwen aangepast moeten worden”, besluit Ruben. “Dit onderzoek heb ik kunnen doen met grote steun van Agentschap Natuur en Bos. Zowel op lokaal als regionaal vlak nemen zij deze bevindingen al mee in hun richtlijnen. Maar doordringen tot het Europees niveau, en zo dus gaan voor een meer globale bescherming voor de nachtzwaluw, is noodzakelijk.”