In het Pijnven is tijdens een recente slangentelling een viertal
jonge gladde slangetjes van ongeveer 10 cm gespot.
Enkele weken geleden merkten waarnemers tijdens een slangentelling al op dat moederslangen dikker waren dan gebruikelijk, wat kan duiden op zwangerschap. Zwangere slangen zoeken warmte en energie, bijvoorbeeld onder de door het ANB geplaatste onderzoeksplaten, wat hen helpt om op temperatuur te blijven en voor hun baby's te zorgen.
Gladde slangen, inheems in dit gebied, hebben een unieke voortplantingswijze: ze zijn eierlevendbarend. Ze laten de eieren in hun lichaam ontwikkelen en zetten ze pas na uitkomst op de wereld. Slangen zijn immers koudbloedig en hebben warmte nodig om te bewegen en voedsel te verteren. Lage temperaturen maken ze inactief. Slangeneieren vereisen ook warmte voor ontwikkeling en uitkomen. In koude streken kan dit overlevingsproblemen veroorzaken, waardoor slangen in die gebieden, zoals de gladde slang in België, vaak levendbarende eigenschappen hebben.
De gladde slangen gaan zich binnenkort voorbereiden op de winter door te schuilen op speciale plekjes, zoals oude holletjes van andere dieren of slangen. Ze graven zich minstens 35 cm diep in om kou te ontwijken. Dan is het weer wachten tot het voorjaar op een kans om deze interessante dieren opnieuw te observeren.
De gladde slang is een
niet-giftige, dagactieve, moeilijk waarneembare slangensoort die vooral op niet al te zonnige dagen wordt opgemerkt. Ze heeft een duidelijke voorkeur voor droge zonbeschenen terreinen zoals heideterreinen, bosranden en (kalk)graslanden. Elk individu kan herkend worden door een unieke nektekening.
De gladde slang is een Europees beschermde soort. Ze is op de Rode Lijst van de amfibieën en reptielen in Vlaanderen opgenomen in de categorie ‘bedreigd’.
De huidige populaties zijn onderling geïsoleerd zodat geen uitwisseling van dieren en genetisch materiaal mogelijk is. De huidige leefgebieden moeten dan
ook optimaal beschermd én beheerd worden.
De gladde slang wordt in Vlaanderen alleen nog in het noorden van de provincie Antwerpen en in Limburg waargenomen.
(Bron: boslab.be)