Liefst 22.950 mensen hebben afgelopen weekend
minstens 443.000 vogels geteld in 15.403 tuinen tijdens
Het Grote Vogeltelweekend van Natuurpunt. Maar met gemiddeld 27 vogels per tuin waren de Vlaamse tuinen leger dan ooit. In Limburg waren het gemiddeld 29 vogels per tuin.
De
huismus (foto) haalde het met grote voorsprong van de merel, die in Vlaanderen op een tweede plek belandde, en van de kauw, die doorstoot naar een derde plaats. De vink en de koolmees, die de afgelopen jaren steevast in de top-3 stonden, moesten het onderspit delven en tevreden zijn met respectievelijk een vierde en een vijfde plaats.
Met gemiddeld 27 vogels per tuin waren er minder vogels dan ooit in de Vlaamse tuinen. Vorig jaar waren er dat nog 28. Dat winterse tuinvogels als de keep en sijs ontbraken was aangekondigd. “Maar we tekenden ook historisch lage cijfers op voor soorten die andere jaren massaal in een gemiddelde Vlaamse tuin te vinden zijn, zoals koolmees, pimpelmees, Turkse tortel, heggenmus en groenling”, zeggen ze bij Natuurpunt. “Het barslechte broedseizoen in het kletsnatte voorjaar is daar tenminste bij de mezensoorten verantwoordelijk voor."
Bij enkele andere soorten lijken de getelde aantallen de laatste paar jaren vrij stabiel: huismus, roodborst, kauw, houtduif en ekster. De enige soort die het dit jaar relatief beter doet is de groene specht. Vergeleken met 10 jaar geleden is hun aanwezigheid in de Vlaamse tuinen ongeveer verdubbeld.
Met zijn derde plaats is de positie van de merel vergelijkbaar met die van 2016. Op Vlaams niveau waren merels in 89% van de tuinen aanwezig, op Limburgs niveau slechts in 83%. Afgelopen najaar werd de soort geplaagd door het Usutuvirus.
(Foto François Van Bauwel)