In ons land komen de hulpdiensten in de helft van de gevallen aan op hun bestemming binnen de 12 minuten na het opnemen van de telefoon in de noodcentrale. Toch zijn er belangrijke verschillen tussen dicht- en dunbevolkte gebieden, maar ook tussen de verschillende gemeenten. In het algemeen is de wachttijd in Brussel korter dan in Vlaanderen en Wallonië.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden slachtoffers van verkeersongevallen het snelst geholpen: de mediane wachttijd bedraagt iets meer dan 10 minuten. In het Waals Gewest worden slachtoffers het traagst geholpen, met een mediane wachttijd van 12'40''. Het Vlaamse Gewest ligt tussen beide in, met een gemiddelde van 11'30''.
Deze regionale verschillen kunnen worden verklaard door de bevolkingsdichtheid en de geografische spreiding van de posten van de hulpdiensten.
Dichtbevolkte gebieden hebben kortere responstijden dan dunbevolkte gebieden. Zo bedraagt de mediaan in de dichtstbevolkte gebieden 10 minuten, wat zes minuten minder is dan in de meest landelijke gebieden. Met andere woorden, in de dunbevolkte gebieden is de mediaantijd voor de hulpdiensten om op hun bestemming aan te komen 60% langer dan in de dichtstbevolkte gebieden.
De responstijden zijn ‘s nachts iets langer dan overdag. De mediane responstijd 's nachts bedraagt 12'30’', tegenover 11'40'' overdag. Dit verschil kan worden verklaard door de minder directe beschikbaarheid van hulpverleners tijdens de nacht.
Bij de helft van de ongevallen in 2024 waren de hulpdiensten binnen 12 minuten ter plaatse. 95 % van de interventies vond bovendien plaats binnen 27 minuten.