De Vlaamse Regering zet op voorstel van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir het lopende
gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplan voor de
leidingstraat Antwerpen-Albertkanaal-Ruhr stop. Na de vele inspraakreacties en extra onderzoek is duidelijk dat het project grondig bijgestuurd zal moeten worden om alle onteigeningen voor gebouwen te voorkomen, natuurschade maximaal te voorkomen en de leidingstraat volledig in te zetten voor de klimaat- en energietransitie richting minder fossiel. Omdat er echter nog te veel onduidelijkheid is over de concrete benutting van de leidingstraat door de industrie, komt er geen doorstart van het project tot wanneer de industrie via een ‘letter of intent’ formeel hun intenties, timing, beheer, financiële tussenkomst en flankerend beleid kenbaar maakt.
Bij de actiegroepen tegen de leidingstraat wordt voorzichtig positief gereageerd. "Het project staat on hold, maar wat niet is, kan altijd nog komen", klinkt het daar. Een nieuw GRUP staat voorlopig wel niet op de agenda.
In maart en april 2021 liep een publieke raadpleging over de startnota, de eerste stap in een GRUP (gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan). De Vlaamse overheid ontving tijdens deze raadpleging 55 adviezen, zo’n 4.300 inspraakreacties en verschillende petities, één daarvan met 6.000 handtekeningen. De verwachte impact op woningen en gebouwen vormde de grootste zorg. Veel reacties gingen over de plandoelstellingen die onvoldoende aansloten bij de klimaat- en energietransitie.
Daarnaast waren er vragen bij de effecten op natuur- en bosgebieden, landbouw, landschap en erfgoed, de nood aan compensatie en bij de voorgestelde tracés. Het planteam is hiermee aan de slag gegaan en organiseerde rondetafels en gesprekken met experts uit de administratie, academische wereld en het middenveld.
In de oorspronkelijke startnota waren drie mogelijke tracés opgenomen. Uit ruimtelijk onderzoek van deze tracés werd intussen duidelijk dat het mogelijk is de impact op woningen, bedrijven, natuur en bos sterk te beperken door tracé-aanpassingen. Meer nog, mits grondige aanpassingen op het noordelijke en zuidelijke tracé zijn geen onteigeningen van woningen of bedrijfsgebouwen nodig. Bij het centrale tracé kan dat niet. Daarom sloot Demir dit tracé ook al volledig al uit.
Er bleven dus nog maar twee trajecten over: een noordelijke en zuidelijke. De tracés waren daardoor sowieso niet langer gelegen op het grondgebied van
Beringen, Dilsen-Stokkem, Hasselt, Leopoldsburg, Maaseik, Zandhoven.
Omdat er nog te veel onduidelijkheid is over de concrete benutting van de leidingstraat door de industrie, wil Demir pas overwegen over te gaan tot een doorstart wanneer de industriële partners die duidelijkheid verschaffen. Die bleef immers ook de voorbije maanden uit. Demir eist een convenant (Letter of Intent) met de industriële partners. Daarin moeten de industriële partners hun intenties en timing concretiseren voor het gebruik van de leidingstraat voor nieuwe leidingprojecten, voor het gebruik van leidingen in partnerschap en voor het beheer (privaat, publiek of gemengd), de financiering van de leidingstraat en het nodige flankerende beleid.