Ik heb medelijden met je. Hoelang is het geleden dat iemand dat tegen je zei en hoelang heeft dat zogenaamde medelijden geduurd? De kans is groot dat je op beide vragen antwoordt met: niet zo lang. Belangrijker nog: hoe voelde je je daarbij? De meeste mensen willen sowieso geen medelijden. Ook omdat het zo makkelijk, zo goedkoop aanvoelt. Soms komt het zinnetje zelfs kwetsend over. Misschien was het ook daadwerkelijk beledigend bedoeld en staat het min of meer synoniem voor ‘ik vind je zielig’. Op die manier wordt medelijden erg dubbelzinnig.
Ja, beste lezer, over dit soort zaken ga ik zo nu en dan spontaan filosoferen. Over het grote verschil tussen hebben en doen. Medelijden hebben is zo eenvoudig, zo vlug en vluchtig gezegd dat het bijna waardeloos is geworden. Het stelt niks meer voor. Tenzij je aan medelijden dóét en je aldus medelijdt. Medelijden hoort actief te zijn. Alsof je de pijn van een ander zelf voelt en indien mogelijk wil overnemen. Daar spring je niet lichtzinnig mee om. Medelijden hoort alleen een werkwoord te zijn, geen zelfstandig naamwoord. Zelfstandig is op zichzelf staand en onafhankelijk, terwijl medelijden uitgaat van liefde en genegenheid, van passie. Gelukkig vervangt mijn dialect het woord ‘medelijden’ door ‘compassie’. Dat voelt al een stuk beter aan.
Hebben en doen, daar komt het op neer. Al lijkt alleen het eerste echt van tel. Hebben. Bezit. Zij met de meeste aandelen, denken het minst aan delen. Zij met de meeste obligaties, hebben de minste verplichtingen. Geld en waardepapieren maken van mensen monsters zonder waarde. Bedrijven zijn alleen bedrijvig als er geld mee gemoeid is. Op waardeloos papier noemen ze zichzelf nochtans een sociale partner. Ach, gelukkig bestaat er ook nog zoiets als de liefde bedrijven. Dat maakt veel goed. Hét doen is ook een vorm van doen.
Misschien had ik de pen niet ter hand moeten nemen nu mijn vrouw al bijna een maand in het ziekenhuis ligt met soms hevige pijnen. Misschien ben ik te afhankelijk, te sociaal als partner en lijd ik te veel mede, al heb ik naar mijn gevoel geen keuze en doe ik nog veel te weinig, buiten twijfelen en toch positief blijven.
Positiviteit is o zo belangrijk, al klinkt ze soms zo geladen en lijdt zij evenzeer aan dubbelzinnigheid. Immers, als je getest en positief bevonden wordt, is dat helemaal niet positief. Goedgemutstheid is niet evident in augustus. In optimisme hoor ik te nadrukkelijk ‘mis me’. Opgewekt dan maar. Opgewekt op weg naar een nieuwe dag. Zoals steeds zal ik wel zien wat die me brengen zal. Een lach heb ik het liefst van al. De hare als het enigszins kan.
Danny VANDENBERK