Merels worden bedreigd door het Usutu-virus, meldt Vogelbescherming Vlaanderen. Dit jaar stierven in Duitsland al zo'n driehonderdduizend merels aan dat virus, dat onschadelijk is voor mensen. In sommige Duitse steden maakte het virus zodanig veel slachtoffers dat er in hele wijken bijna geen merel meer in de tuinen te vinden was. Het lijkt wellicht een kwestie van tijd voordat het Usutu-virus in ons land opduikt.
Het Usutu-virus vindt zijn oorsprong in Afrika en het wordt overgebracht door muggen. Vermoed wordt dat het virus via trekvogels – waaronder zwaluwen die in zuidelijk Afrika overwinteren – naar Europa is gekomen. Vooral zangvogels zijn gevoelig voor het virus, maar bij merels is de infectie vaak dodelijk. Er zijn al bijna vijftig verschillende vogelsoorten gevonden die het virus met zich meedroegen, maar hoofdzakelijk voor merels is het fataal. In 2001 dook het Usutu-virus op in Oostenrijk en het verspreidde zich daarna over Italië, Hongarije en Duitsland. Maar liefst een derde van de merelpopulatie in Duitsland werd daar van de kaart geveegd. Aanvankelijk werden de besmettingen vooral in het zuidwesten van Duitsland gevonden, maar sinds kort ook in de deelstaat Noordrijn Westfalen.
Merels die besmet zijn met het virus zijn relatief gemakkelijk te herkennen. Ze zien er – ook in tijden van overvloedig voedselaanbod – ongezond en verzwakt uit. Vaak zijn ze apathisch, hebben ze een verfomfaaid verenkleed en zijn ze sterk vermagerd. Verder vertonen ze evenwichtstoornissen waardoor ze nauwelijks kunnen vliegen.