Het is maar dat je 't weet
In 2019 werden er 44.270 huwelijken afgesloten in België (3,9 huwelijken per 1000 inwoners). In het jaar 2020 lag dit een stuk lager (2,9) omwille van de COVID-19-crisis. Negentig jaar voordien, in 1929, trouwden er 71.811 Belgische koppels of 9,0 huwelijken per 1000 inwoners.
In de jaren vlak na beide Wereldoorlogen piekte het aantal huwelijken: bijvoorbeeld 14,1 huwelijken per 1000 inwoners in 1920 en 10,9 in 1946. Sinds de jaren '70 gaat het aantal huwelijken per 1.000 inwoners gestaag en systematisch achteruit.
Tot voor WO II waren de huwelijken veel meer gespreid over het hele jaar, met een kleine piek tijdens de maanden april en mei. Na de oorlog veranderde dat en werden de maanden juli en augustus steeds meer de favoriete trouwmaanden. Sinds de jaren ‘70 van de vorige eeuw is er ook steeds meer een tendens om in juni en/of september te trouwen en wordt er minder in de maand april getrouwd. Tot slot valt het op dat er in de oorlogsjaren 40-45 tijdelijk meer in oktober, november en december werd getrouwd. (Statbel)