In onze provincie is het aandeel bestaansonzekeren (12,1 procent) het laagst in Noord-Limburg. Dit betekent dat er meer dan één op negen inwoners moeten (over)leven met een inkomen onder de Europese armoedegrens. Het aantal bestaansonzekeren is het hoogst in Zuid-Limburg (15 procent), gevolgd door het Maasland (14,9 procent). Procentueel kennen de gemeenten Genk, Heers, Maasmechelen, Sint-Truiden en Tongeren de meeste bestaansonzekeren.