Natuurpunt wil in de
Vallei van de Grote Beek beginnen met
paludicultuur of natte landbouw. Het is de bedoeling om samen met een lokale landbouwer wilgen te kweken. Het hout daarvan kan gebruikt worden als biomassa in elektriciteitscentrales, of van de houtvezels kan ecologisch isolatiemateriaal worden gemaakt. Een eerste proefaanplant is gezet in Beverlo, op de grens met Heppen.
De Grote Beek stroomt op de grens van de gemeenten Beringen en Oostham enerzijds, en Leopoldsburg anderzijds. Het natuurgebied waarin deze Grote Beek stroomt is rijk aan verschillende planten en dieren. Het brongebied van de Grote Beek ligt op het militair domein van Leopoldsburg. Via kronkelende meanders vloeit ze van oost naar west, om via de Laak uit te monden in de Grote Nete. In de vallei van de Grote Beek is nog een grote rijkdom aan planten en dieren terug te vinden. In het brongebied bevinden zich heidegebieden met dop- en struikhei en op de droogste delen zelfs stuifzandgebieden. De middenloop wordt vooral gekenmerkt door een bonte afwisseling van natte biotopen: vijvers, ruigtes, oude elzenbroekbossen, bloemrijke hooilanden.
Natuurpunt gaat er nu
130 hectare veen herstellen door de waterhuishouding in het gebied te verbeteren. Dat zal gebeuren door het dempen van de ontwateringsgrachten zodat het water opnieuw kan opgenomen worden door de bodem. Maar Natuurpunt is er van overtuigd dat er in het gebied ook aan landbouw gedaan kan worden en wil met die natte landbouw aantonen dat natuur en landbouw per definitie niet tegenstrijdig zijn.
"Maar dan op een alternatieve manier, met paludicultuur of natte landbouw. We willen er wilgen kweken, want die kunnen groeien op natte grond.
Ze kunnen verwerkt worden in biomassacentrales, tot veevoeder en de vezels ervan kunnen ook gebruikt worden als stalstrooisel. Maar er kan ook ecologisch isolatiemateriaal van gemaakt worden, dat is even goed als de klassieke glaswol die we nu gebruiken", vertelt Cyr Mestdagh op Radio 2 Limburg.