Het "beukenvlekje" en de "kleine runenkorst" zijn twee nieuwe korstmossen in Vlaanderen. Allicht kunnen ze zich vestigen als gevolg van de klimaatopwarming, zo laat natuurbericht.be weten.
Korstmossen zijn opgebouwd uit een alg en een schimmel, die door symbiose met elkaar verbonden zijn. De alg staat in voor de fotosynthese, waarbij energie uit zonlicht wordt geproduceerd.
De twee nieuwe soorten werden op naam gebracht na microscopisch onderzoek van de sporen. Het "beukenvlekje" werd vorig jaar in april voor het eerst gezien in het bosreservaat van Wijnendalebos in Ichtegem. "Het beukenvlekje werd niet alleen op beuk gevonden, maar ook op gewone esdoorn en zwarte els", aldus Roosmarijn Steeman (Natuurpunt). Het onopvallende korstmos werd al enkele keren gezien in het zuiden van België, ook daar kwamen ze voor op loofbomen met gladde schors in bossen.
Eerder werd in het Neigembos in Ninove de "kleine runenkorst" gevonden. "De soort werd op hazelaar gezien, maar wordt in het zuiden van België ook op gewone es en haagbeuk gemeld", aldus Steeman. De korstmossen groeien op loofbomen met gladde schors in beschaduwde en vochtige bossen.
Mogelijk werden de twee onopvallende soorten vroeger in Vlaanderen over het hoofd gezien, maar allicht speelt de klimaatopwarming een rol. "Het is opmerkelijk dat dit twee soorten zijn die een samenlevingsvorm hebben met de Trentepohlia-alg", aldus Steeman. "Deze alg is warmteminnend en nam recent massaal toe, zowel in Vlaanderen als Wallonië." De rode kleur op populierenstammen is overigens ook te danken aan die alg, die ook vrij voorkomt.